Pagina's

donderdag 24 juli 2014

Lokeren-Gemmenich

Al bij ‘t eerste ochtendgloren was er te Daknam al een eenzame ziel druk in de weer. Eenzaam jawel, want niemand anders achtte zich dapper genoeg om mij op onderstaande krachttoer te vergezellen. Dit liet ik mij echter niet aan het hart komen, en gezwind bepakte ik mijn stalen ros. De “kilometriek” werd op nul gezet en om 6u46 maakte ik mijn eerste meters. Rond 8 uur moest ik noodgedwongen door Beveren maar gelukkig (voor hen) kwam ik geen lokale voetbal-leken tegen. Mijn laatste frisse bries van de dag voelde ik in de Sint-Annatunnel, waar ik het 5km/u bord toch maar interpreteerde als zijnde voor voetgangers.

Om mijn gemiddelde snelheid enigszins acceptabel te houden schakelde ik mijn fietscomputer uit in het centrum van Antwerpen. Dit bleek een waar doolhof te zijn, waar ik - met enkel een tekstversie van de Google Maps wegbeschrijving - pas na een dik anderhalf uur wist uit te ontsnappen. Ik vulde mijn watervoorraad bij in de plaatselijke Aldi en zag eindelijk het imposante Albertkanaal voor mij opdoemen. Ondanks de soms vervelende tegenwind kon ik hier een mooi tempo maken. Mede omdat ik ondertussen toch beroep kon doen op enkele immer enthousiaste metgezellen. Eminem, 2Pac en NAS stuwden me naar voren en bij momenten waande ik me zelfs even Vincenzo Nibali. De rappers moesten amper naar adem happen, maar ikzelf moest ‘s middags wegens de verschroeiende hitte toch uurlijks een pauze inlassen. De pasta van de mama smaakte wonderwel, en buiten een kleine teenkramp zag ik mijn tocht als maar beter zitten. Wanneer ik rond half 3 (120km ver) rond Hasselt bleek te zijn en enkele bemoedigende sms’en ontving van Stan en Pieter besloot ik dat er al heel wat zou moeten gebeuren alvorens ik zou opgeven. Deze lieftallige herbivoren hadden zelfs hamburgers en bier voor mij ingeslagen.

Rond Lanaken werd er gewerkt aan het Jaagpad en moest ik noodgedwongen mijn snelweg verlaten. Daar gingen zowel ik als Google Maps hopeloos de mist in, waarna ik bijna op een echte snelweg belandde. Gelukkig was dit allemaal buiten de Limburgse gastvrijheid gerekend. Wanneer ik de weg wou vragen aan een getrouwd koppel dat duchtig hun voortuin aan het verzorgen was, werd ik prompt binnen uitgenodigd. Ik kreeg 2 ijskoude flesjes water aangeboden en de pater familias haalde zijn fietskaart boven. Na enkele knooppunten opgeschreven te hebben ontglipte ik bedankend het huis alvorens ze met een adoptieprocedure konden starten.

Ik deed mijn laatste kilometers langs het kanaal en merkte aan het toenemende aantal blonde schones dat ik in de buurt van Maastricht kwam. Geheel toevallig ging toen ook de rits van mijn truitje iets verder open en bleek ik ineens een pak sneller te fietsen. Jammer genoeg bleken dit geen bloemenmeisjes te zijn en was er ook geen podium op de markt. De fietscomputer ging er dan maar weer even af en tussen de shoppers zocht ik een vrij terrasje. Ik dronk een ‘fluitje’ Brand pils in het etablissement er recht tegenover en rond een uur of 6 besloot ik mijn tocht verder te zetten.

Ondertussen had ik al een 170km gereden en begon ik de inspanning toch te voelen. Op de ellenlange baan naar Vaals wist ik dat ik mijn huidige gemiddelde snelheid van 24,5km/u ging moeten opgeven. Mijn tempo zakte en op de koop toe begon het nog te regenen. ‘Insane in the brain’ riep B-Real zaterdag nog op Dour, en ik begon hem stilaan gelijk te geven. Als bij wonder kwam er na dit mentaal dipje een prachtige afdaling, en kon ik de finish al ruiken. Ik was ondertussen alweer op Belgisch grondgebied en moest hier en daar zelfs een mondje Duits praten om de weg te vinden.

De 3.5 is een topversnelling, zeker langs het Albertkanaal. Maar wanneer ik de laatste bergen rond Gemmenich op moest vervloekte ik mijn onverstelbare derailleur. Pieter ging me ondertussen al tegemoet rijden, maar aangekomen aan de ‘Kirche’ van Gemmenich was er geen spoor van hem te bekennen. Blijkbaar had ik via een shortcut gereden en een tiental minuten later zag ik hem toch opdoemen.

Mijn fietscomputer eindigde op 189km, met de kilometers in Antwerpen en Maastricht erbij deed ik er iets meer dan 200, een verdubbeling van mijn vorig persoonlijk record. Hierbij verbruikte ik meer dan 5500 calorieën en deze moesten onderweg natuurlijk aangevuld worden:

3 energybars
5 bananen
16 druivensuikers
2 pastamaaltijden
2 koffiekoeken
2 sandwiches
2 ontbijtkoeken
1 suikerwafel
6 liter water
1 Brand pils (optioneel)

woensdag 23 juli 2014

Nostalgie in Eupen en Welckenraedt

Woensdagmorgen. De eerste zonnestralen zochten zich een weg over de Vaalserberg, de hordes naaktslakken staakten hun tocht over onze vensters en niet veel later kropen ook wij slaksgewijs uit onze bedden. Thijs had het ondertussen danig op zijn Eupen gekregen van al dat fietsen en verkoos om het stadsbezoek van die dag aan zich voorbij te laten gaan. Zijn vier metgezellen bestegen wel hun rijwielen en reden het Parc aux Trois Frontières uit om de intussen verschroeiend brandende middagzon het hoofd te bieden. Zonder zich van de wijs te laten brengen door een restaurant dat ribbetjes à volonté beloofde voor amper 9,95 euro fietsten we een goeie 15 km later het Eupense stadscentrum binnen. 

We stopten even in taverne Paparazzi voor een blij weerzien met het plaatselijk gebrouwen Eupener Bier, waarna we op zoek gingen naar de pittazaak waar we vorig jaar ons laatste avondmaal van de fietsreis verorberden. In tegenstelling tot twee dagen eerder bleken onze herinneringen deze keer niet in staat om ons op onze bestemming te brengen, dus deden we beroep op de plicht van elke burger om te allen tijde de dichtsbijzijnde pittazaak te kunnen aanwijzen aan een toerist. De door ons uitverkoren sympathieke Eupenaar verfriste met zijn wegbeschrijving aldus ons geheugen en al snel konden we plaatsnemen in onze favoriete Eupense eetgelegenheid. Met zicht op een oude Moorse nederzetting werkten we onze slaatjes en kipkebabs naar binnen en gedreven door een onverzadigbaar nostalgiegevoel schreden we verder in de richting van Welkenraedt. 

Na aldaar in het station de nodige foto’s genomen te hebben, besloten we om zo stilaan ons avondmaal bij elkaar te sprokkelen en reden we in vliegende vaart naar de Aldi van het gehucht Kelmis. Daar kreeg Frederik eindelijk zijn felbegeerde pot zoetzure saus in handen en ook Jasper kon zich na lang wachten verlekkeren op verse kip van Renmans. De avondzon deed onze ijsjes extra goed smaken en na het afleggen van de laatste kilometers sloten we Thijs in ons huisje weer in de armen. Tussen het ontwarren van het logicakluwen in zijn roodgekafte manuscripten bleek deze bovendien tijd gehad te hebben om het huis een stofzuigbeurt te geven, tot het tegendeel bewezen is op de tonen van Queens ‘I Want To Break Free’. 

Een hoge toren pannenkoeken met Nutella werd gebakken en mijn reisgenoten voelden zich niet te beroerd om dat smakenpalet op te fleuren met chips en rijst in de voornoemde zoetzure saus. Frederik, Pieter en Thijs trokken nog op verkenningstocht naar de ontspanningsfaciliteiten van het park, die echter van ver vergane glorie getuigden. De minigolf bleek een mini-Pripyat te zijn en ook de tennisvelden waren gereduceerd tot louter velden door het ontbreken van een net. Een kleine speeltuin met wipplank was wel nog intact en zorgde voor gejoel en gegil onder mijn drie metgezellen die doorheen het hele park te horen was.
          
De avond viel en het werd al snel duidelijk dat Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant zich in Gemmenich bevond toen hij zijn bekende citaat “Twee dingen vervullen het gemoed met steeds toenemende bewondering en ontzag, hoe vaker en intenser het nadenken zich erop toelegt: de morele wet in mij en de sterrenhemel boven mij” neerpende, omdat de donkere lucht boven ons zoveel witte stipjes tentoonspreidde dat het leek alsof deze door Seurat zelf geschilderd was. Met een glas antioxidantenvrije wijn in de hand werden de vormen van de Grote Beer en Cassiopeia ontwaard, slechts een enkele keer van het zicht ontnomen door rondvliegende vleermuizen. 

Ook binnen in ons huisje speelde er zich een sprookje af, daar Phil Taylor op het WK darts - of het world matchplay darts, om preciezer te zijn - een 9-darter lukte, wat voor de dartsleken onder ons wil zeggen dat hij in de kleinst mathematisch mogelijke hoeveelheid van negen pijltjes zijn 501 punten op 0 wist te brengen, een zo goed als onmogelijke opdracht en dus uiterst zeldzaam tv-materiaal. Laat op de avond bereikte ons nog het nieuws van het thuisfront dat een nobele onbekende het roekeloze plan had aangevat om de volgende dag in één etmaal de afstand van 200 km af te leggen naar Gemmenich en na een portie fruitsla kropen we met een gelukkig doch licht ongerust hart onder de lakens.

We onthouden dat:
- Er een correlatie is tussen intellectualiteit en het drinken van koffie
- Pieter bijgevolg nooit de hoogste regionen hiervan zal bereiken
- Een BMW met Eupense meisjes naar ons toeterde
- Het niet helemaal zeker is of dat kwam door Frederiks zwoele blik en knipogen of door het feit dat we in de weg stonden
- Sport1 de intelligentie van zijn kijkerspubliek niet te hoog inschat
- Ze Engelse interviews dubben tot een niet te verstaan zootje

dinsdag 22 juli 2014

Bezoekje aan Gulpen

Dag 6 zou later te boek staan als muzikale walvisdag. De langslapers werden die ochtend voor de verandering niet gewekt door tjilpende vogeltjes, of door het kabbelende beekje in de buurt. Op een heuse ochtendserenade werden ze vergast toen kleine Zeemeerman Thijs onder de douche het beste van zichzelf gaf. Later bleek dat hij niet in de huid gekropen was van Ariël, maar wel die van Mulan. Voor de liefhebbers: https://www.youtube.com/watch?v=ZSS5dEeMX64
Het zou die dag niet zijn laatste muzikale wapenfeit zijn…

Fris en monter en door het wonderbaarlijke concert goedgemutst, vertrokken we naar het zwembad in Gulpen. Of toch niet. Jasper – zelf beweerde hij dat het een vogel was – had zijn zadel ondergescheten, dus alvorens zijn door Speedysport gesponsord sportshortje ten prooi te laten vallen aan dit beetje faecalie, kwam er het nodige opkuiswerk aan te pas.

De weg naar Gulpen had geen geheimen meer voor ons, en in een flits stonden we in de dorpskern. In een poging Mulan toch uit zijn hoofd te bannen, bleef Pieter de hele rit tot vervelens toe Radioactive van Imagine Dragons zingen. Voor de liefhebbers: https://www.youtube.com/watch?v=ktvTqknDobU

Bij de plaatselijke bakker merkte Thijs op dat zijn speciaal huisgemaakte Limburgs gebakje verdacht veel leek op wat we in ons eigen landje gewoon rijsttaart noemen. Genoeg gelummeld echter, de lokroep van het zwembad werd te groot. Later zou blijken dat dit niet het gezang was van sirenen, maar wel de paarzang van walvissen.

Goedkoop bleek een zwembadbezoekje niet te zijn, maar eens we beseften dat het toegangsticket ook geldig was voor een reservaat vol zeezoogdieren en visachtigen, begrepen we hun prijszetting. Toch hadden we weinig zin om de volle pot te betalen. Niet enkel eten en drinken smokkelden we binnen; onder de douche bleek ook dat Pieter een niet-betalend vriendje had meegenomen. Meneer slak of mevrouw slak (of meneermevrouw slak de hermafrodiet) werd snailzilla gedoopt en zorgde voor gekrijs in de douches… en dit keer was het geen zingende Thijs.

We lieten ons naaktslakkenvriendje voor wat hij/zij/het was en gingen op ontdekkingstocht door Mosaqua. De glijbanen bleken niet aangepast aan Stan of omgekeerd. Bont en blauw na enkele afdalingen hield hij het voor bekeken en zocht hij rustigere oorden op.  Het plekje dat hij buiten uitkoos, bleek een ideaal uitzicht te hebben op een verdwaald deel van de lokale walvissenkolonie. Het paniekerig specimen was ver verwijderd van haar natuurlijke habitat en keek ons wanhopig fronsend aan. Helaas, hoezeer we ook probeerden, terugrollen naar de grote waterplas lukte ons niet. Vochtig houden met Pepsi bleek de enige mogelijkheid om het leven van dit triestig individu nog even te verlengen.

Naast plankton en Pepsi bleken walvissen ook goed te gedijen op frietjes en sigaretten. Dit werd duidelijk toen we Stan even achterlieten en opnieuw het binnendeel opzochten. Walvissen aan de bar, jonge walvissen aan de limonade, een erg omvangrijk met koelbox zeulend exemplaar (Balaenoptera Mammuthus); de soortenrijkdom was verbluffend. Superbioloog Thijs spotte er zelfs een lezend exemplaar. Dit kon niet anders dan een tot dan onontdekte soort zijn. Hij probeerde contact te leggen door het voortdurend zingen van het nummer Mr. Boombastic, maar reactie kreeg hij niet. Voor de liefhebbers: https://www.youtube.com/watch?v=Vcfu6Z3it_8

Het doel van de expeditie was echter het vinden van bakvissen. Frederik besloot ze te lokken met een felgekleurd stukje aas dat hij voor het gemak om zijn hoofd bond. Zelf noemde hij het een duikbril, maar daar was het ding helemaal niet voor gemaakt. De sardien van Frederik was helaas niet te bespeuren; superbioloog Thijs merkte daarentegen wel een school jonge visjes op. Na grondiger onderzoek bleek het echter om een kleuterschool te gaan en dus waren ze het vangen nog niet waard. Geen succes dus voor onze vissertjes.

Stilaan hadden onze fauna-fanaten er genoeg van en ze besloten dan ook stilaan af te ronden. De vingers tot bloedens toe verrimpeld en de buiken en ruggen roodverbrand; een plezierreisje was deze expeditie niet langer te noemen. Bovendien bleek dat één van de walvissen het balletje van Jasper aanzien had als een welgekomen snack en ontroostbaar bij het verlies ervan brak ook bij hem de veer. Tijdens de terugtocht werden de boodschappen voor de verandering gedaan in de Lidl en nadien - zoals wel te denken was - alsnog in de Albert Heijn.

Na het eten keken we alweer naar onze favoriete zender Sport 1 en pikten we naast darts ook nog een streepje petanque mee. Sportiviteit ten top!

We onthouden dat:
- Frederiks duikbril het water vakkundig binnenhield
- dit niet de gewenste feature is
- Factor Fijftig-Frederik en Wolverine-tenen-Thijs als enigen de kracht van de zon weerstonden
- die laatste zijn wekelijkse pedicureafspraak miste.
- Stannislas Pannirov zich ontpopte tot oppressor van intellectualiteit
- hij zijn Allofwiki niet beschikbaar wilde stellen voor het heil van de mensheid

maandag 21 juli 2014

Gemmenich-Aken-Gemmenich

Nog voor de zon goed en wel zijn eerste stralen richting aardbol had afgevuurd sloeg Bavo alweer aan het plooien – zijn kleren deze keer en nadat deze veilig opgeborgen waren en we afscheid hadden genomen vertrok hij met taxi Poppe richting Welkenraedt, zijn blauwe halfvolle drinkbus wezenloos voor zich uit starend op de kast achterlatend. Niet alleen wij maar ook de hemel huilde om Bavo’s vertrek; desalniettemin besloten we om toch onze veilige burcht te verlaten en via de Vaalserberg, ook bekend als het hoogste punt van Nederland, richting het Duitse Aken te rijden.

Even waanden we ons Frodo en Sam toen in de verte en hoogte een mysterieuze toren zich losmaakte uit de nevelen die hem omhulden en vol ontzag werden we richting het bouwwerk getrokken. Eenmaal aangekomen op de flanken van Mount Vaals ontspon er zich een ware titanenstrijd tussen Frederik en Pieter; achterhoedebewakers Thijs, Jasper en Stan konden zich nog net staande houden in de stroom van testosteron die van de berg naar beneden gutste. Hun onderneming werd er zo mogelijk nog hachelijker op toen er zich ook regendruppels bij de kolkende vochtmassa voegden, maar de drie helden slaagden erin het hoofd boven water te houden en heelhuids de top van de heuvel te bereiken. De strijd tussen de twee ouderdomsdekens bleek intussen beslecht in het voordeel van Frederik en de rest van de groep rustte samen met hem even uit om van onze noeste klimarbeid te bekomen. 

Dat was echter buiten de weergoden gerekend en godsvrezend als we zijn schuilden we voor de spreekwoordelijke pijpenstelen onder het afdak van de taverne die zich bezijden het prachtige drienlandenmonument bevond. Aldaar maakte de Surinaamse barman ons duidelijk dat dat vijf euro kostte, dat hij geen grapje maakte, en dat hij wel een grapje maakte. Na onze rantsoenen Beleefd Gelach in een recordtempo soldaat te maken besloten we het hoofd te bieden aan de stilaan slinkende druppels en onze persoonlijke invullingen van ‘Volgens mij zijn we hier vorig jaar gepasseerd ze’ samenleggend doken we de Vaalserberg af en de Akense agglomeratie in. Eerste stop was het Hauptbahnhof, wat een stoere naam is voor station, waar we voor onze rijwielen een droog onderdak vonden. Dat was echter buiten de spoorwegpolitie gerekend, die er ons terecht attent op maakte dat we ons voor de brandblusapparaten hadden geposteerd en omdat spontane ontbrandingen in het heersende weer inderdaad niet uitgesloten konden worden, waren we genoodzaakt onze trouwe stalen metgezellen weer in de woeste buitenwereld onder te brengen. 

Verleid door de gigantische koffiekoeken in de stationsbakkerij kochten we elk twee chocoladekoeken. Ook Stan, tot groot jolijt van zijn metgezellen, maar hun begerige blikken veranderden al snel in deze van bittere teleurstelling toen ook de laatste zoete hap aan zijn lange reis naar voornoemdes maag begon. We sloegen ons basiskamp even op in de tunnel onder de perrons, van waaruit Thijs een verkenningsexpeditie leidde richting McDonalds om een rapport op te maken van de aanwezige veggie-accomodatie. De spoorwegagenten lieten ons deze keer met rust en Stan en Thijs tankten even wat zwart goud bij. Doch rust roest en ijzerwerk nog meer, dus haastten we ons terug naar onze doornatte fietsen om hen een dergelijk lot te besparen en trokken naar de befaamde Akense Dom, waar de nog befaamdere Karel de Grote precies 1200 jaar eerder werd begraven. Kippenvel verzekerd, al kan dat ook aan het niet bijster goed van centrale verwarming voorziene bouwwerk gelegen hebben. Echter geen kwaad woord over de Dom die zijn naam en faam meer dan waard is, mede door het feit dat in het interieur niet op een vierkante meter bladgoud meer of minder gekeken werd.

Genoeg culturele bagage voor die dag besloten we, en we sprongen nog even de 1€-Shop binnen. Hilarische ‘Entschuldiging, wie viel kostet dieses Produkt, bitte?’-grappen konden op het nippertje vermeden worden en in één trok raceten we naar de grens met Nederland om in Vaals ons avondmaal bijeen te scharrelen. De plaatselijke Aldi had zich de interieurstijl aangemeten van de rest van het quasi lege shoppingcenter waar de winkel zich bevond: neocommunistisch met zoveel tinten grijs dat E.L. James jaloers zou zijn. Ons ervoor hoedend om geen Stalinbustes om te stoten en onze rugzakken beschermend tegen collectivisatie kochten we de nodige zaken, waaronder ook de Aldi-variant van Desperados, de drank die zoals algemeen geweten zijn naam ontleend heeft aan de toestand waarin een persoon zich moet bevinden opdat deze zijn toevlucht tot dit zelfverklaarde bier zou nemen. 

Er volgde nog een korte stop in de Albert Heijn om onze voedingsmand te vervolledigen, waarna we ons de heuvel oversleepten richting ons haardvuur te Gemmenich. Genoeg tijd voor Pieter om een band gekregen te hebben met de spaghettistokjes zo bleek, en slechts het borrelende water in de kookpot slaagde erin beide partijen onder luid gesnik van elkaar te scheiden. Moe maar voldaan bleven we nog even hangen op de Duitse zender Sport1, waar het wereldkampioenschap darts werd afgewisseld met catch, wat ongetwijfeld de meest Amerikaanse en belachelijkste sport ter wereld moet zijn. Na middernacht konden we opeens een ietwat bizarre discipline bewonderen waarbij schaars geklede vrouwen om het hardst probeerden om opgebeld te worden. Het olympische potentieel van deze sport leek ons eerder beperkt dus werd de tv gedoofd, niet veel later gevolgd door de lichten daar er de volgende morgen een nieuwe dag met dolle avonturen wachtte.

We onthouden dat:
- Het op de top van de Vaalserberg niet helemaal zeker was of we wel droog op onze bestemming zouden ger-Aken
- De prijs voor woordspeling van het reisverslag bij deze veiliggesteld is
- De smaaktest ons leerde dat authentieke en Aldi-Desperados duidelijk van elkaar onderscheiden kunnen worden
- Het nog steeds niet aan te raden is om één van beide producten aan te schaffen
- Sport1 hofleverancier is van gênante momenten in brave Duitse huiskamers

zondag 20 juli 2014

Een tochtje door Gemmenich

Jezus had er nog drie dagen voor nodig, maar één rustdag in de vakantiewoninggrot was genoeg voor Bavo om terug uit de doden op te staan. Hij jeremieerde bij de gedachte opnieuw zijn tweewiel te moeten bestijgen, dus om zijn lichaam niet onmiddellijk weer naar de filistijnen te helpen, werd besloten onze stalen rossen een dagje achter te laten. 

Al wandelend trokken we de wijde, wrede en wilde wereld in. De kaart leidde ons langs een oude spoorwegbedding door diepe donkere wouden ver weg van de bewoonde wereld. Absolute stilte en totale rust heersten in deze omgeving… tot onze vijf helden langskwamen. God zag en strafte meteen. Druppels regen daalden vanuit de hemelsluizen neer op onze kinderlijke kanissen.  De rivier kolkte net niet uit zijn oevers en we vreesden Noah achterna te moeten. De zondvloed bleef echter uit en onvervaard gingen we verder op stap, langs de Geul.

Bijna waren we hierbij getuige van een bloederig tafereel dat niet misstaan zou hebben in het Oude Testament, of anders toch minstens in een Dusauchoit-docudrama. Cerberus, de hellehond himself, had zin gekregen in een sappig eendenboutje en achtervolgde een weerloos eendje. Totaal verloren en hulpeloos spartelde en ploeterde de eend door het water. Het arme dier zat echt wel in nesten (Dusauchoit => Dieren in nesten, toch even de genialiteit van deze tekst duidelijk maken). Het was slechts door een goddelijke interventie dat het diertje kon ontkomen.

De hemel klaarde op, en vrolijk fluitend en zingend gingen onze vijf helden door. Dartelen door de weide, rusten op een bankje, spelen met het balletje van Jasper (totaal niet dubbelzinnig). Idylle als nooit tevoren. Helaas konden we niet te lang genieten van dit sacrale schilderstafereel daar de moderne Lokerse gladiatoren het paarswitte gespuis moesten bekampen in een spannende Supercupstrijd. We haastten ons dan ook terug naar ons verblijf en trakteerden onszelf onderweg nog op een ijsje. Goed op tijd voor de wedstrijd ploften we in de zetel neer. 

Thijs liet deze marginale beker aan zich voorbijgaan en was maar al te blij toen bleek dat de wedstrijd niet werd uitgezonden op de Vlaamse zenders waaruit we konden putten.
Driewerf helaas voor hem toen onze Waalse vrienden van de RTBF wel voetbalgek bleken. Heremiet Thijs verdiepte zich in een hermetisch werk omtrent metalogica om door deze twee uur durende zure appel van brood en spelen heen te bijten.

Dankzij taxi Jasper – enige wandelheroïek was niet aan Stan besteed – was onze verloren zoon intussen terug aangekomen. Geheel zoals de carnistische Bijbelparabel aanhaalde, slachtten we dan ook het gouden kalf, althans de vegetarische versie ervan. Bij een dergelijk feestmaal – volgens onze eigenste Fred Huysentruyt zelfs bij elk maal – van veggieburgers en aardappelen hoorden natuurlijk wortels. Pieter hing de ongelovige Thomas uit en verzette zich tegen het koken van deze oranje cilinders. Helaas gaf Jeroen Meus hem ongelijk, en meldde hij via de 3G-faciliteiten in de Gemmenichse lucht dat stoven niet de enige juiste bereidingswijze is.

Later op de avond bleek dat Frederik toch meer kapitalistisch zwijn is dan hij zelf wil toegeven. Om de avond af te sluiten met de grootste hoeveelheid aan financiële middelen, sloot hij zelfs een pact met de duivel. Op die manier was het kinderspel om met een ontstellende hoeveelheid geluk onze zuurverdiende monopolycentjes afhandig te maken. Marcus 10:31 indachtig legde bibliofiel Thijs beslag op de laatste plaats.

We onthouden dat:
de cadmiumresten van de mijnbouw in de buurt ideaal waren om de batterijen weer op te laten
- bovenstaande prachtige woordspeling het finale verslag niet gehaald heeft
- wortels stoven toch nog altijd beter is dan ze te koken
- de grensapotheker echt wel goedkoop was

zaterdag 19 juli 2014

De kronieken van Gemmenich

Het verhaal van Stan 
Nog voor het krieken van de dag was de judasdaad reeds een voldongen feit. Stans libido flakkerde op en samen met de ochtendzon vertrok hij in één trok naar D’hoer om daar zijn lusten te gaan botvieren, daarbij ongenadig zijn kompanen in de steek latende. Niet getreurd, we gingen dra in conclaaf om een plan te bedisselen voor de nakende namiddag. Resultaat: een rit richting Gulpen, op zoek naar een welgekomen verfrissing in het plaatselijke zwembad. Die dag doopten wij hem tot Judas-Stan.

Het verhaal van Bavo 
Vol goede moed sprongen we op onze robuuste rijwielen om de Gemmenichse bergen te trotseren. Waar wij het eerder rustig aan deden, blaakte Bavo van energie en reed met volle kracht de eerste berg op. Bavo baande zich een weg naar boven. Voor elke meter opwaarts gutste minstens een liter zweet neerwaarts. Kolkende rivieren vormden zich in zijn spoor. Voor Bavo was zwaartekracht slechts een zelfstandig naamwoord, voor ons een werkwoord. Maar aan dit verhaal kwam al gauw een eind, de hoogmoed kwam voor de spreekwoordelijke val. De goden merkten al snel op dat Bavo spotte met de natuurkrachten en transformeerden zijn, normaal gezien, ijzersterke conditie in een ellendige hoopje miserie. Een conditie die - zo zal later blijken - vergelijkbaar is met de conditie van de homo Mammuthus ( 200 kg droog aan de haak)  te bewonderen in het zwembad Mosaqua te Gulpen. Bavo haalde net de top maar moest verslagen wederkeren, terug daalde hij de heuvel af met een pijnlijke grimas op zijn gezicht. Die dag doopten wij hem tot Sysyphus-Bavo.

Het verhaal van Frederik
Voor ons was de tocht nog niet gedaan. Aangekomen in Gulpen moesten eerst onze magen gespijsd worden en volgden andere broodnodige zaken zoals duikbrillen kopen. Nadat ook dit euvel overwonnen was, kwamen we eindelijk een goeie vier uur later aan op onze locatie. De ontzetting was groot toen we ontdekten dat het zwembad niet tot 21u30 open was maar slechts tot 18u. 16u zijnde was het dus al niet meer de moeite om een ticket te kopen. Toch wilden we weten wat het zwembad voor ons in petto had. Binnen werden we getrakteerd op een panoramisch uitzicht, waardoor we toch al eens konden proeven van het binnenzwembad. Het zwembad krioelde van de mensen, waardoor het wat weg had van een blik sardinen. Door de school zagen we de sardinen niet meer. Dit was echter buiten Frederik gerekend, die naar eigen zeggen een prachtig exemplaar had gespot dat hij aan zijn haak wilde slaan. Bij nader onderzoek bleek deze wulpse sardien slechts een schamele 13 levensjaren oud te zijn. Pijnlijke vergissing van Frederik, die hem net geen bezoek aan de Nederlandse gevangenissen zou opgeleverd hebben. Die dag doopten wij hem tot Loze vissertje-Frederik.

Het verhaal van Thijs
We besloten dan maar elders op zoek te gaan naar verfrissing. Heel vlug vonden we de lokale beek die zich daar uitstekend toe zou lenen. Thijs was lichtjes aan het pootjebaden in de Geul, genietend van de verfrissing aan zijn voeten. Hij voelde aan zijn kleine teen dat er onheil op komst was en dit zou dra werkelijkheid worden. Alsof één Judasst(r)eek nog niet genoeg was, staken Pieter en Frederik een mes diep in Thijs zijn rug. Thijs had expliciet gevraagd om geen water over hem te gutsen. Maar dit commando werd genegeerd door zijn minderen, represailles zouden volgen. Thijs zwoer dat de verhouding slaaf-meester in ere hersteld zou worden. Het arendsoog van Thijs had zeer snel gespot dat het stalen ros van Pjotr nood had aan een voedzame maaltijd. Hierop besloot Thijs Pjotrs ros te parkeren in een nabij gelegen maïsveld, waar het zich te goed kon doen aan al dat lekkers. Pjotr was hier minder opgezet mee, daar die het maïsveld in moest op zoek naar zijn stalen ros. Die dag doopten wij hem tot Thijs-de-vredelievende.

Het verhaal van Jasper
Nadat we uiteindelijk allen toch verfrist waren geraakt, dachten we dat het eens tijd was om ons terug bij Bavo te voegen. Voor Jasper bood de Geul toch niet genoeg verfrissing en hierdoor ontdeed hij zich van nagenoeg elk vestimentair attribuut. Pieter en Frederik volgden al snel, conformistisch als ze zijn. Enkel Thijs conformeerde niet aan de groepsdruk en gaf zo blijk van individualiteit. Na wat geklim en geklauter met onze fietsen kwamen we uiteindelijk toch terug aan in ons gezellig huisje. Na al die uren die Bavo in ons huisje had doorgebracht, hadden we ons aan een heerlijk klaargemaakt maal verwacht. Niets bleek minder waar te zijn. Thuisgekomen was nog niks van het werk gedaan; Bavo bleek nog steeds in half comateuze toestand te verkeren. Er werd geopteerd voor het eten van een koude schotel, wat een zeer goede keuze bleek te zijn doordat de verzengende hitte ons nog steeds aan het verschroeien was. De koude schotel kon op die manier toch enige afkoeling brengen. Jaspers bloeddorst was echter niet gestild met dit vegetarische maal en hij besloot voor onze ogen samen met medeplichtige Bavo het karkas van mevrouw de kip, een zeer ver familielid, op te eten. Dit bloederige tafereel zou zich nog meermaals herhalen… Die dag doopten wij hem tot Jasper-de-verschrikkelijke.

En zo kwam een einde aan onze saga, we kropen allen in ons bed om met hernieuwde krachten te beginnen aan dag 4.

We onthouden dat:
- Pieter niet interessant genoeg is om er een verhaal over te brengen. 
- Johannes een drukke dag had. 
- Mosaqua moet overwegen een reservaat te worden. 
- Dit omdat later zal blijken dat dit een broeihaard is van diverse visachtigen. 
- Frederik zijn nieuwe duikbril toch nog niet heeft moeten gebruiken. 
- Hij beter een bril had aangeschaft.

vrijdag 18 juli 2014

Verder naar Gemmenich

We hadden de dag voordien al meer dan de helft van onze route afgelegd, dus echt haasten dienden we ons vrijdag 18 juli niet te doen. Het ontbijt werd geheel in onze nieuw aangemeten luxebeestjesstijl genuttigd in een plaatselijke ontbijtbar. Het uitzicht op de Limburgse heuvels was adembenemend, maar bestijgen zat er bij deze plaatselijke schone helaas niet in. Niet getreurd, echte beklimmingen volgden nog.

Eens het bloed weer in de benen zat, vertrokken we langs de fietsknooppunten richting eindbestemming Gemmenich. Tot Maastricht ging het ondanks de hitte vlot en in de plaatselijke Albert Heijn (product placement) werd weer geopteerd voor een maaltijdslaatje. Thijs en Stan verkozen hierbij een dure sportdrank die niet meer bleek dan slecht smakend vitaminewater. Ook werden nog gauw wat bananen ingeslagen om het laatste deel van de tocht te overbruggen.

We konden alle opgedane energie goed gebruiken, want Nederlands Limburg bleek toch net iets minder vlak dan de Belgische tegenhanger. We waren dan ook al te blij toen het laatste knooppunt eindelijk in zicht kwam. Na eventjes zoeken op het vakantiedomein vonden we ons huisje en aangezien de sleutel al op de deur zat konden we binnen even bekomen.

Het werd stilaan tijd voor een verdiend avondmaal, maar eerst kregen we nog wat instructies van de huisbaas. Eén daarvan was dat de lokale Spar om half 7 sloot. Helaas kregen we die instructie om 18:35. Niet getreurd, ook in het nabijgelegen Vaals waren er nog winkels. Hoewel, nabijgelegen bleek niet echt nabij, en de heuvelachtige kilometers voelden voor de dappere boodschappers Frederik en Pieter dan ook zwaar aan. Aan de kassa playde Pieter de winkeljuffrouw wat hem geen gsm-nummer, maar nadien met dank aan Thijs wel de bijnaam Kassa-nova opleverde.

Tegen een uur of tien - juist op tijd voor de afwas - kregen we bezoek van Bavo en Jasper die met de auto nagekomen waren. Op die manier konden ze de dag nadien helemaal fris beginnen aan de plaatselijke fietstochten... of niet... 

De maximumcapaciteit van ons huisje was voor even bereikt. Dat het allemaal vrij krap werd, viel het meest op aan de laaghangende zonneluifel op het terras. Comfortabel aan de leiding in de wedstrijd 'met het hoofd tegen de luifel stoten' besloot Stan dan ook vrij vroeg te gaan slapen. Als een ware Judas ging hij ons de dag nadien immers verraden. De rest kaartte nog even na op het terras.

We onthouden dat:
- Jumbo goedkoper is dan Albert Heijn
- een coelacant met coeliakie het echt niet getroffen heeft
- bovenstaande echt wel zeer intellectuele humor is
- het nakaarten voor de verandering eens geen kleurenwiezen omhelsde

donderdag 17 juli 2014

Tripje naar Hasselt

Na twee drukke en slopende fietsvakanties was het dit jaar tijd voor een rustigere variant. We besloten een centraal hoofdkwartier in te nemen in de buurt van het drielandenpunt Nederland-Duitsland-België, om van daaruit de streek onveilig te maken. 

Rustiger van opzet dan onze heroïsche avonturen van de jaren voordien, maar volledig inspanningsloos was deze tocht allesbehalve. In de lijn van onze vorige atletische exploten, werd besloten de tocht richting Gemmenich al fietsend aan te vatten.

Omdat het gekkenwerk is om de rit van Lokeren fietsend in één dag te doen (later meer daarover :D ), besloten we een stop in te lassen in Hasselt. Zo moesten we de eerste naar schatting slechts 130 km afleggen.

De eerste kilometers gingen vlot en langs de spoorweg raakten we toch tot iets voorbij Sint-Niklaas. Om verder in een rechte lijn richting Antwerpen te rijden, werd geopteerd voor een stukje N70, de steenweg die Gent met Antwerpen verbindt.

Verschrikkelijk om langs te rijden, maar opschieten deed het wel. Tijd voor een welverdiende stop in de suburbs van Antwerpen. Ik bleef buiten op wacht bij onze stalen rossen, terwijl onze rosse stalen (of bruinharig met een beetje rode schijn, zo u wilt) samen met Thijs en Stan ging shoppen in de Lidl. Gezinnen gingen binnen en kwamen met volle karren buiten, auto's reden af en aan, maar van onze drie musketiers was geen spoor meer. Het gebrek aan verse Lidl-koffiekoeken bleek immers te leiden tot een acute aanval van keuzestress.

Uiteindelijk kwamen de drie vrienden dan toch buiten met een karrenvracht aan eten, dus maakte ik me op voor een waar feestmaal. Niets was minder waar, want voor hun trouwe wachter hadden die snoodaards niets meegebracht. Dus had ik ook de eer om nog even in de Lidl te mogen rondstruinen. Dit duurde niet zo lang, dus snel konden we samen genieten van een eerste supermarktparkingmaaltijd.

Frederik versnelde de uitroeiing van de tonijn een handje, de rest hield het bij een soberder slaatje. Onze maagjes goed gevuld en de oceanen een stukje leger trokken we verder richting Sint-Annatunnel. Een lift bracht ons diep onder de Schelde en hoewel dichter bij de hel, was het daar toch vrij fris. De korte tocht door Antwerpen (langs het MAS en andere gebouwen), viel dankzij de fietsknooppunten goed mee en dankzij een local vonden we het Albertkanaal heel snel. Eén ongeveer rechte lijn naar Hasselt. Fietsen, drinken onder een brug, fietsen, drinken onder een brug, terug fietsen en dat uren aan een stuk. Onze drankvoorraad verminderde zienderogen, dus werd Stan op verkenning gestuurd in een rustige woonwijk. Zonder geweld te gebruiken - Limburgers zijn vriendelijke mensen - kwam hij in geen tijd terug met vers gekoeld water en ijs.

Met dit beetje extra drank en de bemoedigende woorden dat Hasselt op minder dan 20 km lag, sprongen we weer op de fiets. In Hasselt aangekomen vonden we ook ons hotel vrij snel. De tijd van tenten en wildkamperen is voorbij, baden in hotelluxe is nu meer ons ding. Nu ja, luxe is niet echt iets waarin Ibis uitblinkt, maar de kamers waren al bij al gerieflijk voor mensen tot en met 177 cm. Helaas was ik de enige van dat soort, dus de nachtrust van de anderen was minder vredig. 

Vooraleer op zoek te gaan naar een natje en een droogje, keken we gauw naar een spannende aflevering van FC De Kampioenen, waarin het voortbestaan van het team aan een zijden draadje hing, maar onze vrienden dankzij de keeperskunsten van Balthazar Boma himself toch bleven voortbestaan. 

Dat geweten, gingen we frietjes eten in een heus restaurant. We moesten er even op wachten, maar de frietjes en vegetarische Bicky Burger smaakten wel enorm goed. De avond werd afgesloten met een Aquarius red blast - rehydratatie en zo - en een optreden van de lokale Céline Dion. Dit optreden misten we helaas net, maar aan de complimenten van een aantal over hun theewater zijnde opgegeilde Limburgers te horen, was het echt een wereldster.

We onthouden dat: 
- men in de Sint-Annatunnel blijkbaar niet sneller dan 5 km/u mag
- er hopelijk geen flitscamera's stonden
- de rechte lijn langs het Albertkanaal meer dan ons lief was werd onderbroken voor één of andere omleiding
- we ons vorig record van 120 km verbraken
- de schattingen van Pieter dit jaar wel ongeveer klopten
- er geen augurkjes tussen de Bicky Burgers lagen
- daarover smaken verschillen
- tomatenpompelmoessap een vrij rare combinatie is
- we dit dan ook niet probeerden