Onze heldentocht van vorige zomer was nog niet volledig verteerd, dus besloten we het in 2016 net iets rustiger aan te doen. Locatie van het overgrote deel van het gebeuren was opnieuw Frankrijk. Frederik ging liever de Hongaarse heuvels en mooie natuur bewonderen op het zogeheten Balaton Sound-festival en was er voor het eerst sinds het begin van deze fietsreisavonturen niet bij.
Omdat je met vier moet zijn om te kaarten werd Thijs "het jammere aan een fietsvakantie is dat fietsen" de Coninck met grote zakken geld (als je in totaal verder dan 600 km moet fietsen, betaalt Pieter 1 euro per extra kilometer) overhaald om ons te vervoegen.
Op 2 juli was het dan zover. Om niet te snel in de geldbuidel te moeten tasten, werden de eerste kilometers via de ijzeren weg afgelegd. De trein dropte ons in Poperinge, vanwaar we de tocht aanvatten. We traden hiermee in de sporen van verdwaaldezwerver, een internetgebruiker die ons voorzag van de nodige GPS-tracks. De door rukwinden geteisterde polders van Bachten de Kupe zorgden ervoor dat de conditie de eerste dag direct getest werd. Je de ziel uit het lijf trappen, en dan zien dat je maar 15 km/u rijdt, echt hoopgevend was dit begin niet. Een eerste stop op een oorlogskerkhof was dan ook nodig om even tot rust te komen. Gelukkig was onze rust op deze begraafplaats in tegenstelling tot die van onze historische leeftijdsgenoten maar tijdelijk. De ordelijke en mooi onderhouden graven laten in niets de gruwel vermoeden die 100 jaar geleden West-Europa teisterde. Never forget!
De schreve was niet veraf en voor we het wisten stonden we in Steenvoorde.
De eerste avond belandden we in Cassel, een gezellig dorp bovenop de Casselberg. Kamperen deden we met een weids uitzicht op een panoramapunt. Een goede spaghetti vormde een eerste avondmaal, of althans, dat was de bedoeling. 1 kilogram draden (het correcte woord zou blijkbaar slierten, slingers of iets anders zijn) koken in 1,5 liter water bleek toch net iets te ambitieus. Zetmeel kregen we die avond alleszins voldoende binnen. De overschotjes werden gevoed aan een erg magere kat, die iets minder kieskeurig was dan de Belgen die haar territorium binnengedrongen waren.
De volgende ochtend werden koffiekoeken gekocht, het begin van een traditie die we de hele reis zouden aanhouden. Het moet gezegd, de Franse chocoladebroodjes en croissants smaakten toch net iets beter dan hun Belgische equivalent. Een zeldzame regenbui vloog snel over, en dus mocht navigator Stan ons richting kust gidsen. Eer we doorhadden dat de GPS ons wel degelijk een smalle steeg wilde insturen, waren we een kwartier verder, en op gevaar van eigen leven, schoten we het wandelpad in. Na een mooie, maar erg gevaarlijke afdaling, nog wat gebeuk tegen de wind en een kennismaking met Frans-Vlaanderen (inclusief alomtegenwoordige leeuwenschilden), kwamen we in de vooravond terecht bij de omwallingen van Gravelines/Grevelingen. Frankrijk speelde die avond tegen Ijsland, maar van sfeer was ondanks de klinkende overwinning van Frankrijk weinig te merken in dit kleine stadje. Sterker nog, na het laatste fluitsignaal, hadden voetbalfans Sam en Stan maar juist tijd genoeg om het direct sluitende café te verlaten.
Dag drie startte zonder koffie en zonder douche, dus had het enthousiasme langer nodig dan de zon om door te breken. De tocht werd verder gezet richting Calais. Van dichtbij maakten we kennis met de jungle van Calais; de onophoudende stroom van mensen in een vuil industrieterrein op zoek naar een betere toekomst was onwezenlijk. Het contrast kon niet groter zijn toen we na een pizza hutbezoek nog geen 5 kilometer verder de uitgelaten strandgasten zorgeloos zagen genieten van de zon. Echt wel een dag met twee gezichten.
Toch lichtjes aangedaan, trokken we verder richting Cap Blanc Nez, één van de mooiste plekken langs de Opaalkust. Het heuvelachtige landschap bezorgden de ketting van Thijs kopzorgen, maar het uitzicht maakte de inspanning ruimschoots goed. Ook hier weer waren de overblijfselen van oorlogen uit een hopelijk voltooid verleden niet weg te bannen uit het zichtveld.
Stilaan tijd om toch een beetje hygiënisch te doen, werd besloten een camping aan te doen. De gemeente Wissant had aldus de eer om als eerste onze toeristenbelasting te mogen ontvangen. 's Avonds werd tijd gemaakt voor een strandwandeling, speelden we met een achtergelaten vlieger waarop Hosseini jaloers zou zijn, en ontdekten we als volleerde paleontologen fossielen in de rotswand. De dag werd afgesloten met een lokaal biertje. De vermoeidheid had blijkbaar zijn tol geëist, want eer we de camping afreden was het toch al half één gepasseerd. Eén probleem: de receptie van de camping was tussen 12 en 2 gesloten. Er zat dan ook niets anders op dan op café te gaan in afwachting van de conciërge. 3 koffies en 1 warme chocomelk en een blitzbezoek aan een vuilbak later trokken we in een ruk of twee naar Boulogne-sur-Mer. We beloonden onszelf met een "lokaal biertje" dat blijkbaar in Lochristi gebrouwen werd en dus dubbel lokaal was en wachtten nadien in spanning af of de aangekondigde profeet ook daadwerkelijk zou verschijnen.
En inderdaad, de haan had nog geen drie keer gekraaid of rond klokslag zes uur, verscheen omgeven door een aura van onoverwinnelijkheid onze goede vriend Seppe. Seppe had de dag voordien op Rock Werchter het plan opgevat ons even komen bezoeken, was die ochtend in Lokeren vertrokken en had vanuit Poperinge met de koersfiets en een veel te zware rugzak meer dan 100 km afgemaald om zijn vrienden goeiedag te zeggen. Respect, echt waar!
De camping van Equihan was minder onder de indruk van de verschijning van deze Messias en net als twee millennia geleden, bleef ook nu de herberg dicht. Gelukkig vonden we een eindje verderop een prachtige locatie op de kliffen in een bedje vol met stro. De zonsondergang was prachtig en qua samenzijn was dit één van de meest memorabele avonden van de hele reis. Dat het een korte nacht zou worden, wisten we nog niet toen we ver voorbij middernacht de tent opzochten...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten