Dag 4: Mainz - Rastatt (185 km)
Na de onbestaande rustdag gisteren was het vandaag tijd voor de langste etappe. Het fietspad langs de Rijn bevond zich helemaal niet langs de Rijn. Het bleek zich immers een paar overstromingsgebieden meer inlands te bevinden. Niet geklaagd echter, want het wegdek was voortreffelijk en ook het uitzicht was prachtig.
We maalden kilometers als nooit tevoren. Zelfs het welgemikte kakbombardement van een vogel uit Oppenheim - was het sluikreclame voor de nieuwe Nolan-prent? - kon ons niet afremmen.
In Worms probeerden wegenwerken ons uit onze flow te halen, maar doordat ze de omleiding lieten passeren langs een supermarkt, maakten we van deze nood een deugd en vulden we onze reserves aan. Een cola, wat broodjes, de geur van urine op een zonovergoten supermarktparking temidden van het zwerfvuil, wat wil een mens meer... Inderdaad: couleur locale. Die kregen we in de vorm van 3 ruige locals die op een gammel bankje hun halveliters aan het verzetten waren, vergezeld van een passend muziekje. AC/DC, Motörhead, misschien Iron Maiden? Niets van dat, in Duitsland luisteren de stoere boys naar Pink.
We wreven onze ogen uit bij het aanschouwen van dit surreële tafereel, maar moesten verder. Mijn dunne koersbandjes schaatsten een mooie pirouette in een hoopje zand en mijn gevoel won het voor de zoveelste keer onterecht van de gps. "Ja Wannes, langs hier is een shortcut" ... "Hmm, die autostrade is wel wat lastig" ... "Ja sorry, ik zat fout". Uiteindelijk raakten we toch aan de overzijde van de autostrade. Ondanks de hulp van een tractor, de prachtige fietspaadjes en een lekker ijsje begonnen de kilometers stilaan te wegen. We dachten tien kilometer te kunnen afsnijden door een ferry te nemen, maar fata morgana-gewijs bewoog de boot steeds verder van ons weg toen wij op de steiger reden. Net vertrokken helaas.
Ook de brug leek even hetzelfde pad op te gaan, maar uiteindelijk haalden we ze toch in en raakten we aan de andere kant van de Rijn en in Rastatt, onze eindbestemming van deze lange dag. Een broodje met rijst bleek het vegetarische aanbod van de plaatselijke kebabzaak maar als een mens honger heeft, is hij de moeilijkste niet.
Dag 5: Rastatt-Villingen-Schwenningen (144 km)
Misschien dat u bij het lezen van het verslag van deze voorlopig relatief spoedig verlopen reis wat op uw honger blijft zitten en meer chaos verwacht, en pech, en tegenslag, en fysieke en mentale ontberingen... Dit dagverslag is er dan ook eentje voor de sadisten onder jullie.
Het begon nochtans voorspoedig. Met slechts 115 kilometer op het programma, konden we bij de start onze hand bijna uitsteken naar de eindbestemming van de dag. Vrij gauw merkten we echter dat het gps-bestand vrij lui van aard was. "Euh ja, pak anders gedurende 100 km de grote baan en dan ben je er." Nu zijn we niet vies van een stukje autostrade of een moordstrookje langs een Franse departementsweg, maar 100 km grote baan is bezwaarlijk leuk te noemen. Gelukkig stond er vrij snel een fietspijltje richting Freudenstadt en dat was eveneens een halte op de route van onze gps. Deze fietsroute kende ongetwijfeld meer afstand en meer hoogtemeters dan de gps-weg en ook moesten we stukjes onverhard terrein overwinnen, maar we passeerden een supermarkt en alles liep behoorlijk vlot. En de route was verbazend mooi.
In Freudenstadt tankten we bij en zagen we dat de gps bleef volharden in fietsonvriendelijke steenwegen. Gesterkt door onze positieve ervaringen van de voormiddag, beslisten we verder te improviseren. Fietsbordjes richting nieuwe tussenhaltes zagen we algauw niet meer. We oriënteerden ons even op basis van de stand van de zon en het mos op de bomen, maar gaven het snel op. We waren verdwaald... De moed zonk ons in de schoenen, maar Wannes' mobiele data leverde ons een alternatief aan, een alternatief dat ons vrij snel in een bos bracht. De horrorfans nemen hun zakje popcorn ter hand maar voor ons was het toch voor even uit met de pret. Het bos bracht ons wandelpaadjes en hoewel de lieve leden van de grootste wandelvereniging ter wereld ons op de juiste weg probeerden brengen, waren we hierop niet voorbereid. Op het zoveelste onverharde stukje werd mijn voorwiel gestenigd en met een herkenbare psssjjjjtt gaf mijn band de geest.
Een voorbereid fietser is er echter twee waard en nog voor de wolven konden huilen bij de aanblik van een lekker hapje, zat de reserveband erin en gingen we weer op weg. We verlieten het bos en kwamen zowaar weer terecht op een fietsroute. Eindelijk terug asfalt... en een paar verdwaalde stenen. Ik ontweek de kleintjes, maar om één of andere reden knalde ik recht op de grootste... met voorwiel en achterwiel. Niet één, maar twee lekke banden. Reservebanden had ik niet meer bij en het tubetje lijm dat ik meehad bleek bijna leeg en uitgedroogd. Het dichtstbijzijnde dorpje was minstens 5 kilometer verder en 100 hoogtemeters hoger, dus werd Wannes vooropgestuurd op zoek naar een fietsenmaker. Intussen begon ik aan een onmogelijke wandeling. Fiets onder de arm, fiets op de schouder, fiets op de rug, stap voor stap dichter bij het dorp. Waarom hadden we die tent thuisgelaten?
Opgeven stond bijna toch in mijn woordenboek toen een levensechtige engel verscheen. En nee, engels hebben geen vleugels en geen aureool, maar wel een koersfiets en een fietshelm. De fietser in kwestie had magische stickers mee die ik op de gaatjes in mijn band moest kleven en dan zou ik kunnen verderrijden. Ik was skeptisch, want zo zonder lijmtube leek dit wel zwarte magie. Maar de duivel mocht mijn ziel hebben, zolang ik maar verder kon fietsen. En zowaar, de stickers hielpen en mijn fiets raakte gereanimeerd.
Reanimatie was wat Wannes ook stilaan nodig had, toen hij na zijn nodeloze extra hoogtemeters terugkwam bij mijn intussen gemaakte fiets. Toen we in Rottweil aankwamen was het tegen 8 uur, en dan moesten we nog een klein uurtje rijden. Een vierde lekke band werd mijn deel, toen bleek dat de magische stickers ook hun beperkingen hebben. Wannes werd alvast naar het hotel gestuurd, terwijl ik voor de tigste keer die dag de bandenlichters bovenhaalde. Intussen koelde het af en om het warm te krijgen, racete ik de laatste 20 kilometer naar het hotel, waar Wannes me opwachtte met een frisse pint. De eerste van de reis, maar we hadden ze verdorie verdiend! De meeste restaurants waren al gesloten, maar in een voorts verlaten winkelstraat vond ik nog een kebabzaak. De draaispiezen waren weggenomen, maar de pizzaoven werkte nog. Waar ik dacht dat men pizza maakt met deeg, tomatensaus en wat toppings, maakte de uitbater zijn heerlijke pizza's met zijn hart (weliswaar figuurlijk). Een feestmaal!
Dag 6: Villingen-Schwenningen - Horgen (117 km)
We hadden geslapen als roosjes na de heroïsche rit de dag voordien en waren volledig klaar voor de laatste etappe in lijn. In Zwitserland zouden nog wel wat criteriums volgen, maar dat voelde toch anders aan. De gps zei vandaag 113 kilometer en na het debacle van gisteren besloten we vandaag braaf zijn instructies te volgen. Was het de lokroep van de eindbestemming, of het lichtjes dalende parcours, maar na een kleine twee uur stonden we in Zwitserland. We hadden ons dagelijkse "We weten het weer beter dan de gps"-momentje, maar dit keer maakten we gauw genoeg rechtsomkeer om de straf hiervoor niet te hoog te laten oplopen.
In Schaffhausen hadden we stilaan nood aan een pitstop, maar het stadscentrum lag in een diepe kuil. Voor kamikazegewijs deze kuil in te duiken, werd wijselijk besloten op het plateau te blijven en nog even door te bijten in onze zoektocht naar een winkel. Op die manier misten we helaas ook de prachtige Rheinfall, de grootste waterval van Europa. De terugrit met de trein enkele dagen later zou dat hiaat opvullen, maar op het moment zelf was ik toch lichtjes ontgoocheld.
Een bijna even grote waterval van tranen vormde zich even later in mijn ooghoek bij het afrekenen in de Zwitserse winkel, toen bleek dat onze reis ons naast wat lekke banden ook nog eens een arm en een been zou kosten. Ok, ok, ik overdrijf, maar de prijzen lagen toch 50% hoger dan in België en Duitsland. Een mens zou rechtsomkeer maken, ware het niet dat we om van Zwitserland naar Zwitserland te rijden, blijkbaar sowieso nog eens Duitsland door moesten.
Wannes profiteerde van de normale EU-internettarieven om zijn examenresultaten op te zoeken - die slimme kerel was weer geslaagd voor alles - alvorens we definitief Zwitserland betraden. We stoomden door naar Zürich. De vliegtuigen vlogen rakelings langs ons hoofd, maar we kregen het vooral op onze Kloten van de lichten en files in het stadscentrum. De Decathlon lag onbewust op onze weg, en ik interpreteerde dit als een goddelijke wenk om toch een extra binnenband te kopen. Hoewel nog maar vier uur, raakten we pas na veel vijven en zessen het stadscentrum uit en wachtte ons de mooie panoramische route langs het meer.Althans, zo had ik me de laatste rechte lijn richting Wouter voorgesteld. Helaas lagen er tussen het fietspad en het meer een drukke baan, huizen en een park waardoor het uitzicht flauw was. Volledige focus op het fietsen dus en al zeker toen een sportieveling ons voorbijstoof en Wannes me een "pak hem" toeriep. We peuzelden hem net niet met huid en haar op toen we op de rem moesten gaan staan. Na 6 dagen en meer dan 900 km lachte Horgen ons toe. Wouters appartement bereiken leverde ons nog wat extra steile hoogtemeters op, maar op dat moment konden we de wereld aan. De fietsen werden in de atoombunker geplaatst (geen grap, maar iets typisch voor Zwitserland blijkbaar) en na een Zwitsers biertje en chipje kregen we het gezelschap van Frederik en Sam die ter voorbereiding van de kampeerfietsreis nog een kleine hoogtestage ingepland hadden. De drie komende dagen zouden we een paar Zwitserse colletjes bedwingen, genieten van het meer, het mooie weer, ijsjes en gezellig samen zijn. Merci Wannes om het 6 dagen met mij uit te zingen, merci Wouter voor de ontvangst en merci Sam en Frederik voor het gezelschap! Tot een volgende reis!
- Pieter -
zicht uit Wouters appartement |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten