Op 29 mei 1953 bevond de Nieuw-Zeelandse
alpinist Edmund Hillary zich 8790 meter hoog op de Mount Everest. Voor zich uit
torende een 12 meter hoge, kaarsrechte rotswand, het laatste obstakel voor de
top. Het kostte ettelijke uren, maar Hillary wist de rots te bedwingen. Even
later stond hij als eerste mens ooit op het dak van de wereld. De berg, die had
al een naam, maar die laatste hindernis voor de top, die nog niet. De Hillary
Step was geboren.
Op 16 juli 2023 waagden wij ons aan een zo
mogelijk nog uitdagender expeditie dan die van Hillary: in één dag van Gent
naar Verona sporen. De reis zou ons door Duitsland en Oostenrijk leiden langs
zes overstappen. Veruit de belangrijkste was die om 12u30 in Mannheim, het station waar we de cruciale trein naar München moesten halen. Het was een overstap van amper zeven minuten,
de gevaarlijkste schakel in het schema, de laatste hindernis voor Verona. Het
was de Mannheim Step.
Maar voor het 12u30 werd, werd het eerst 4u, het
moment waarop mijn iPhone-alarm mij uit bed jaagde. Jan had er nog een
kortere nacht opzitten en was enkele uren eerder gecrasht op de zetel na een
trouwfeest. We probeerden onze slaperige magen wat muesli te voederen en
stapten de straat in. Wat verderop wachtte Laura, die Sam, Jan en ik naar
Gent-Sint-Pieters wilde brengen. We legden een grote medaille voor Moed en
Zelfopoffering in haar koffer, deden hetzelfde met onze fietszakken en reden de
uitdovende Gentse Feesten-nacht in. Aan het station maakte Tim vanuit de andere kant van de stad ons reisgezelschap compleet.
Nu moet u weten, beste lezer, dat ik al heel wat
uren heb gesleten op perron 10 van Gent-Sint-Pieters, en mocht perron 2 niet
meelezen, ik zou durven zeggen dat het mijn favoriete perron is. Maar nooit
toen ik daar was heb ik mij de kwiekste, meest uitgeslapen, meest carpe
diem-persoon van het perron gevoeld. Dat dat veranderde die zestiende juli kwam
dus als een verrassing, en dat dat veranderde om 5u 's ochtends was al helemaal
niet te verzinnen.
En toch was het zo. Want wat wij aantroffen op
perron 10 was een slagveld. Er was geen ander woord voor. Overal leunden,
lagen, kropen mensen. "Kzijn echt nie goe", kreunde de
één. "Dees doe ik nooit meer", murmelde de ander. Er waren
enkelingen die er nog zin in hadden ("Waar zijn mijn lange blaadjes?")
maar zij vormden duidelijk de uitzondering.
De trein van 5u24 was dan ook één lange
stiltewagon. Het is te zeggen, dat was hij geweest zonder de twee Leuvenaars
die heel de rit enthousiast hun toxicologische experimenten bespraken. Dat was
best interessant om in halfslaap naar te luisteren, maar toen de twee niet
gehinderd door medepassagiers hun bedgeheimen begonnen te delen was het toch tijd om oortjes boven te halen.
We ruilden de trein naar Welkenraedt voor die
naar Aken. Tim bestond het om bij de eerste wissel van de dag zijn lunch te
vergeten. In Aken was de trein geschrapt en wachtte een vervangbus. Geen paniek: dat wisten we op voorhand, en we konden
zelfs een vroegere bus nemen dan gepland. Cool als we zijn liepen we
richting achterbank, maar keerden op onze passen terug toen we zagen dat een reiziger zo
verstrooid was geweest er zijn maaginhoud te vergeten.
Aken werd Düren, Düren werd Keulen, opnieuw met
een trein vroeger. Een uur voor op schema. Het ging zo vlot, het ging zo
makkelijk, en uitgelaten proostten we espresso's op Verona. Maar zoals dat gaat
in dit leven waren we natuurlijk te dicht bij de zon gevlogen. Op de volgende
trein klonk het woord door de speakers, eerst stil, dan steeds luider: Verspätung.
Sam en ik haalden reis-apps en rekenmachines boven, zochten alle routes af van grote IC-lijnen tot regionale olifantenpaadjes. Het resultaat was hetzelfde: de Mannheim Step was gemist, Verona verloren. Het hoogst haalbare was Trento om middernacht. Daar konden we mee leven, want het was dicht genoeg bij Frederik om een reddingsoperatie op touw te zetten.
En dus besloten we het beste te maken van onze onthoofde treinreis. In München bestelde Jan een glas homemade limonade en kreeg een vaas. In Innsbruck vierden we het prachtige Oostenrijk met Almdudler, McDonalds en ijsjes. De Alpentrein die er vertrok bestond uit Harry Potter-coupé's, waarvan we er één helemaal voor onszelf hadden. De zon ging onder boven de bergen en we dommelden in.
Omstreeks 23u knipte een conducteur het licht
aan met een vrolijke Guten Abend. Niet om smekkies-in-alle-smaken te verkopen,
maar om onze tickets te controleren. Slaapdronken toonde ik onze QR-code. "This is only for three people", concludeerde de man.
Beduusd keken we hem aan. Dit ook nog. Na vijf seconden beladen stilte zette de
conducteur een kamerbrede glimlach op en sloeg op zijn dij. "No, I'm only
messing with you". Hij ging verder naar de volgende coupé.
In Trento wachtte Copco Redentor aan het station. Op de terugweg briefte Frederik ons over de hotelsituatie. De fietsen stonden al in onze kamer, die had hij 's middags als een moderne Hercules drie verdiepingen naar boven gesleept. Daarna werd de update grimmiger. Frederik trok zijn spreekwoordelijke ingenieurshelm en -fluovestje aan en rapporteerde fronsend dat het debiet van de waterleiding eerder aan de lage kant was. Wij begrepen dat we het deksel van de wc-pot niet moesten opendoen.
In het hotel
herenigden we ver na enen onze fietsen met onze fietszakken en kropen onder de
dekens. Het goede nieuws was dat we een halfuurtje langer konden slapen dan
vorige nacht. Het slechte nieuws kan u zelf berekenen.
(Stan)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten