Logatec - Skofja Loka ● 67,20 km ● 936 m
Verona was nog aan het nazweten van de vorige dag toen wij door haar straten bolden. Er was kat noch carabinieri te zien, en dus konden we de gps volgen zonder storende factoren als de wegcode. Iets na vijven hijsten we onszelf en de fietsen op de trein naar Mestre. Van onder zware oogleden zagen we de zon opkomen.
Mestre werd langzaam Trieste. Bij het passeren van de baai van de stad verslikten we ons plots in onze muesli. OK, dat is geen ideale uitdrukking, want dat deden we sowieso al omdat we melk waren vergeten kopen. Wat ik gewoon wil zeggen is dat we erg verrast werden door iets: een magistraal superjacht. Haastig recherchewerk op Vesselfinder leerde ons dat het om Sailing Yacht A ging, een varend ruimteschip gebouwd voor de Russische miljardair Andrey Melnichenko. Het acht dekken tellende gevaarte beschikt over een zwembad, een landingsplaats voor helikopters en een glazen koepel om vissen te observeren. Maar zijn leukste accessoire kreeg het schip vorig jaar van de Italiaanse kustwacht: een grote zware ketting.
In Trieste sloegen we een paar automaatespresso's achterover - mysterieus voorzien van kruiwagens suiker - en namen plaats in onze allerlaatste trein. Hoewel: op het tv-scherm van de wagon leerden we dat het laatste traject van Logatec naar Ljubljana een vervangbus was geworden. Maakte niet uit, zei de conducteur, de bus naar Ljubljana nam gewoon fietsen mee.
De bus naar Ljubljana nam geen fietsen mee. Besloten werd om geen vier uur te wachten op de volgende trein en gewoon te beginnen trappen. Maar eerst vroegen we een Belgische Marc Van Ranst-dubbelganger om een groepsfoto te nemen. Stel - stél - dat we iemand zouden kwijtraken komende dagen, dan konden we die tenminste aanwijzen op een foto wanneer we de dorpen afgingen. Daarna schoven we onze benen onder tafel bij een pizzeria, en dat is ook in dit verslag een goed moment om even pauze te nemen.
Want, beste lezer, we moeten het hebben over de pizza margherita. Mijn vrienden hebben de hardnekkige gewoonte om steeds ingewikkelde pizza's te bestellen op restaurant. Ik daarentegen hou van kaas en ik hou van tomaat, dus kies altijd pizza margherita. Geen franjes, geen overdaad, to the point. Stelt nooit teleur. Als u echter bent zoals ik, dan wordt u al heel uw leven getrakteerd op dezelfde mopjes. "Oei Stan, ze zijn jouw toppings vergeten". "Waarom heb jij enkel deeg besteld?". Bij de veertiende keer worden ze écht goed.
Maar daar in Logatec volgde de afrekening voor die jarenlange vernedering. Frederik had weer eens een willekeurige complexe pizza gekozen, en kreeg een exemplaar voorgeschoteld met zwart vlees. Het was kalfslever. Snel begonnen de stukjes te stinken naar de dood. Frederik probeerde ze nog te verzamelen op een berg, maar de leversappen waren al dermate de pizzabodem ingedrongen dat saneren geen zin meer had. Terwijl wij smulden daalden alle vliegen van Logatec neer op zijn bord. Nee, beste lezer, leve de soberheid, leve de betrouwbaarheid: de pizza margherita staat bovenaan de kaart omdat ze dat verdient.
Dat Ljubljana zich een hoofdstad noemde was vooral heel erg schattig. Om maar te zeggen: tien minuten fietsen van het centrum kwamen we onze eerste ree tegen. Maar dat was bij het uitrijden, het binnenkomen ging langs ronduit verschroeiende kilometers lintbebouwing. 35 graden, waarschuwde de fiets-gps. In het Tivolipark nestelden we ons rond een waterkraantje en maakten ijsvesten van onze fietstruitjes.
Na een teleurstellend ijsje in het centrum
keerden we terug naar ons kraantje om het warmste van de dag uit te zitten. Tim
deed een kort familiebezoek, Jan mediteerde op een bank, Sam en ik probeerden
te dutten. Althans, tot een groep Nederlandse kinderen een speeltuig begon te
slopen. Luid. Niet gewoon de default setting van Nederlanders op reis:
écht luid. Maar de kinderen hadden gelijk, het was tijd om te vertrekken. We
gravelden het park uit en begonnen aan de lange, nog steeds bloedhete klim naar
de Sveti Jakob-kerk.
Een klim inderdaad, want wat u moet weten over de Slovenen, beste lezer, is dat ze de gewoonte hebben om kerken uiterst onpraktisch neer te zetten op afgelegen bergen. Zodoende leek het voor hartspieren ouder dan dertig onmogelijk om een mis bij te wonen, en het mocht een wonder heten dat er nog één gelovige rondliep in dit land. Sveti Jakob was het voorbeeld bij uitstek. De kerk stond op zo'n absurd steile, onbereikbare heuvel dat wij er zeker van waren dat de kerk eerst was gebouwd, en dan de heuvel.
Maar één keer boven snapten we waarom. Want buiten de kerk was een voorbeschouwing te zien van wat er binnen gepreekt werd. Het paradijs. Het was er groen, het was er stil, het was er weids, en al die dingen kwamen binnen zoals dingen enkel binnenkomen na zes uur slaap in twee nachten. Het was de hemel volgens Sveti Jakob.
We daalden af langs een steile singletrack. Te vermijden na regenweer, hadden we online gelezen, maar al snel bleek dat het pad tout court te vermijden was. Sam gleed uit, Jan ontsnapte ter nauwernood aan een koprol door van zijn fiets te springen. Eens terug op een pad die naam waardig stormden we naar Skofja Loka en vonden op het nippertje een open supermarkt. Enfin, wij beslisten dat hij nog open was, de boze gerante was daar minder zeker van.
Op het kerkhof van de stad spoelden we het zweet en zand van onze lijven. Daarna begon de zoektocht naar een geschikt veld. De eerste Sloveen had door de parlofoon genoeg aan Frederiks bariton om het zaakje niet te vertrouwen. Bij de tweede bel hadden we meer geluk. De man wees ons zelfs zijn schuur, maar wij zeiden dat we tenten bij hadden. "Where?" vroeg de man vol ongeloof, onze miezerige fietszakken schouwend. Hij wees ons een plek achter zijn maïs, en het was daar dat we niet veel later wegzonken in het gras. In het veld naast ons blaasden paarden.
(Stan)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten