Pagina's

zaterdag 30 juni 2018

Preview fietsreis

Aah, daar is ie weer, de zomer. Niet zomaar een zomer, maar zo’n zoetgeurend prachtexemplaar dat slechts om de vier jaar langskomt, namelijk een WK-zomer. Terwijl iedereen zich thuis richting tv’s en grote schermen begeeft, schuifelen wij echter onder meewarige blikken – “Gewoon even bier halen, hoor!” - stil de andere kant op. Jazeker, zelfs de hoogmis van het voetbal houdt ons, i.e. Pieter, Sam en Stan, niet tegen om opnieuw voor twee weken het ruime asfaltsop te kiezen.

Weer een tikkeltje beter uitgerust dan vorig jaar: dit keer zijn onze fietsen voorzien van een heus triatlonstuur, gemonteerd bovenop onze race- en vlindersturen. Het geheel gaat zo een beetje op het smeedijzeren gewei van een post-singulariteit-cyberhert lijken, klaar om ongehoorzame mensen terug over de omheining van hun reservaat te kieperen. Ons hert staat gelukkig vooralsnog het grootste deel van de tijd onder onze controle. We trekken ermee zuidwaarts om het te laten grazen. Geen gras, maar kilometers blinkend en zweterig asfalt, het soort asfalt dat de horizon vertroebelt en wanhopig als vloeistof een plekje in de schaduw tracht te bereiken. Onze bestemming, immers: het zonovergoten zuiden van Frankrijk.

Net als in Denemarken en de Dordogne zouden we opnieuw een route van de Europafietsers volgen. Langs groene wegen naar de Middellandse Zee heet de meer dan duizend kilometer lange tocht naar beneden, omstreeks het Franse dorpje Marnay netjes in twee geknipt. Die weg zouden we getrouw volgen, met uitzondering van een korte expeditie naar de top van de Mont Ventoux. Voor de meeste lezers zal deze info ruimschoots volstaan en mogelijk zelfs vervelen, maar de geoefende wielertoerist placht bij het aanhoren van zulk een mededeling licht achterover te leunen, de wenkbrauwen te fronsen en te vragen: “Ja maar, langs welke kant?”. Welnu, langs die van Bédoin, door lui met een uitgesproken mening over berghellingen ook wel de ‘echte’ kant genoemd.

Na het voorspel op de Alpen zouden we terug meer bedaarde wegen opzoeken, met enkele Provenceparels als rustpunten. Avignon, waar tijdens de zomer een theaterfestival plaatsvindt en een ware affiche-anarchie heerst. Arles, waar de schildersmuze Vincent Van Gogh in een ippongreep hield en hem verwoed het Zuid-Franse landschap te doek liet stellen. Saintes-Maries-de-la-Mer, hoofdstad van de Camargue, waarvan de drie invalswegen ’s zomers bewaakt worden door hordes zalmroze flamingo’s en hagelwitte wilde paarden. En ten slotte Nîmes, waar de Romeinen tijdens hun verblijf achteloos een arena en enkele tempels lieten rondslingeren.

Dat alles is voor later. Beginnen doen we gewoon in België, meer bepaald in het Ardense Gouvy. Fietsreis 2018, Zuid-Frankrijk: c’est parti.

(Stan)