Pagina's

donderdag 4 juli 2019

Bijna dood

We vertrokken herboren en staken door naar Couvin. Er volgde een eerste mooi stukje RaVel, maar deze vreugde werd in de kiem gesmoord door wat bergen die weer op onze route verschenen. Net als gisteren dachten we een stukje te kunnen afsnijden, en net als gisteren werden we voor onze leepheid beloond met een monsterklim op rotsblokken, dit keer in de buurt van het kamp van Massembre. We sprongen van steen tot steen en meer kruipend dan fietsend bereikten we de top.

Hierna volgde een mooi stukje fietsen van dorpje tot dorpje langs rustige, maar kwalitatieve wegen. Toch bleef het golvend en in Felenne waren we maar wat blij dat we konden lunchen op een prachtig picknickplekje.

Na een uurtje waren we voldoende hersteld om verder te trekken. Volgende halte: Bohan, langs de Samber. In de lange afdaling kruisten we een groep aan elkaar gebonden krijgsgevangenen. Hoewel, toen we beter keken, bleek het te gaan om kinderen uit de jeugdbeweging die dit touw uit veiligheidsoverwegingen vasthielden. Gelukkig zagen ze er alleszins niet uit.



In het diepste van het dal stelden we de vervolgklim even uit en genoten we van een fruitig biertje. We namen er de landkaart bij en besloten dat Bouillon een mooi eindstation zou zijn van een alweer pittige fietsdag. Hoewel Bouillon ook langs de Semois ligt, moesten we eest het dal uit (veel klimmen) om na een stukje iets drukkere baan te dalen tot Bouillon. Een Nederlandse wegpiraat maakte bijna een vroegtijdig einde aan ons leven en bijgevolg ook onze fietsreis, maar uiteindelijk arriveerden we heelhuids in Bouillon. We gunden er onszelf de luxe van een camping en een heerlijke maaltijd (veggieballetjes met rijst en provençaalse saus).



Om niet volledig te vervallen in decadentie, kochten we geen douchejetons, dus sorry aan de mensen die ons pad kruisten.

Pieter

Geen opmerkingen:

Een reactie posten