Pagina's

woensdag 8 juli 2020

De douche met 7up


De avond voordien had sporen nagelaten. Reeds vroeg in de ochtend deed Pieter alsof hij een eekhoorntje aan het zoeken was, maar verzamelde hij stiekem de stukjes van z’n gebroken ego bij elkaar. Frederik zocht naar z’n fietssleuteltje, al bleek pas na een lichte paniekaanval dat dat nog gewoon op z’n fiets zat. Stan en Wannes gingen boodschappen doen, en Sam en Gert-Jan tenslotte deden verder aan alcoholuitdrijving in hun tentje. Dat Sam het zwaar vlaggen had, bleek al in het verslag van gisteren, want de was die hij toen aan de draad zag hangen werd pas vandaag gedaan. Welke goddelijke kracht hiervoor had gezorgd moge nog steeds een mysterie zijn, feit is dat een uurtje later iedereen gepakt en gezakt klaar stond om de tocht aan te vatten. Vandaag beloofde een broeierig warme dag te worden, getuige de zon die reeds vroeg in het zenit stond.


Nauwelijks waren we Molsheim uit, of de enige wedstrijd die er toe doet was reeds verloren: alweer kwamen we een fietser tegen op een vehikel gekker dan een eenwieler, dit keer een soort tandem waarbij de vrouw des huizes voorop lag. Het zou ons niet van de wijs brengen en we bolden gestaag verder doorheen een landschap vol wijnranken en ooievaars. 

Na enkele vreemde manoeuvres in het feeërieke Obernai werd het landschap verruild voor velden vol zonnebloemen en strobalen, wat Sam inspireerde tot het nemen van enkele foto’s. De gedachte aan een teletubbieprent werd al snel verworpen door onze jongste wegens 'te kinderachtig', het foto-op-strobaal idee bleef vooralsnog overeind. Overeind blijven is ook wat Gert-Jan probeerde toen hij dan maar met z'n eenwieler op een strobaal wilde gaan staan. Het riskeren van zoveel lijf en leden voor een creatieve foto was een tikkeltje onbesuisd, diezelfde jongste bleek dan ook de meest verantwoordelijke door alsnog een ondersteunende schouder aan te bieden.

Het vervolg van de weg was lang en mooi, al bevatte ze enkele pittige en eigenlijk volstrekt onnodige klimmetjes. In plaats van fantastisch mooie dorpjes als Barr, Mittelbergsheim en Andieu rakelings te passeren, leidde de route ons er middendoor en aldus konden we - cultuurmensen als wij zijn - een vleugje lokale folklore opsnuiven. Dat een klim van 13% deel was van de lokale folklore was echter niet goed aangegeven door onze gids, en omdat ieder excuus goed is om te eten, startten we onze zoektocht naar lunch. Ons plan was om krachtvoer in te slaan bij "La Maison Jaune" in Dambach-la-Ville, maar een toevallige ontmoeting met een klasgenote van Gert-Jan ergens in the middle of nowhere besliste daar anders over. Het middagsluitingsuur dwong ons om nog enkele dorpjes door te rijden tot in Châtenois, waar voldoende mogelijkheden tot eten beschikbaar waren. Onderweg werden we nog verrast door iets tussen een regenboog en een wolkensluier, maar gezien er geen pot met goud te bespeuren was reden we gauw verder.



L'histoire se répète, zo bleek, want ook de pizzeria in Châtenois was net aan z'n siësta begonnen. De meest meelijwekkende puppyblik van enkele reisgezellen deed de uitbater echter overstag gaan en prompt opende hij z'n restaurant weer. Als in een reclame van Casa di Mama werd Gert-Jans “pour moi une pizza avec amour” ter plekke gedraaid en gezwierd. Of de naam 'Le 44' nu verwijst naar de diameter van de pizza's of er een palindroomspelletje wordt gespeeld met naburige épicerie '8à8', feit is dat ze gigantisch, kraakvers en overheerlijk waren.


Na het inslaan van nog wat proviand - mueslirepen en een sixpack 7up voor Wannes - werd de tocht onder een verzengende hitte hervat. Nauwelijks waren we de bocht om of een drempeltje in de weg leidde tot ongecontroleerd ladingverlies en een al even ongecontroleerde 7up-douche voor Stan. Pieter trachtte deze strategie geniepig te imiteren om wat minder gewicht te moeten meesleuren, maar zijn bagage bleek uiteindelijk beter vastgegespt dan gedacht.

Het vervolg van de route leidde ons verder doorheen velden vol druivelaars, appels, abrikozen en ander lekkers. Even buiten het stadje Colmar en temidden dit fruitwalhalla diende zich prompt een kraampje aan waar we zelf à volonté konden plukken. Wiens idee het was om het heetste moment van de dag op de heetste plek van Frankrijk zelf fruit te gaan oogsten blijft een raadsel, dweiszonpetetje Frederik weigerde dienst en met de moed der wanhoop zocht hij afkoeling in de schaduw van enkele veenbesjes. De plukkers van dienst moesten evenwel zelf bekomen van zoveel noeste arbeid en, nadat diezelfde besjes de onderlinge verzuring tot recordhoogte dreven, werd de tocht verdergezet met maar één gezamenlijk doel: ijsjes!


De Auchan in Wintzenheim zou ons uit de nood helpen maar het wachten op gloeiend heet asfalt was slopend. Toen de ijsjes finaal aankwamen moesten we ons nog haasten ook; Stan bleek namelijk in staat sneller ijs op te eten dan dat wij ze uit hun verpakking konden halen. Nog een beetje beduusd van de hitte gaf Wannes zomaar een winkelkarretje weg aan een Nederlands koppel en botsten we op een Brit met tandem uitgerust met Brooks-zadels. Een Brooks-zadel hoor ik u denken? Deze prijzige zadels passen zichzelf aan naar diegene die erop zit...ideaal voor een fietsreis, ware het niet dat je eerst een hele fietsreis achter de rug moet hebben vooraleer het de ideale pasvorm voor uw achtersteven aanneemt. Meer dan door z'n zadel waren we echter gecharmeerd door de beste mans wielertruitje waarop nagenoeg onze hele route doorheen de Elzas stond uitgestippeld. Een tip indien de skills van uw navigator al eens te wensen overlaat.

Na deze overdosis sociaal contact en een nog grotere dosis vochtinname werden de laatste kilometers richting Rouffach aangevat. De gezellige camping in deze kleine gemeente zou ons onderdak bieden voor de komende twee nachten. Onder de beschutting van enkele bomen installeerden we onze tentjes, een gauw geconfisqueerde picknicktafel en een vuilbak, al deed de verleidingskracht van deze laatste Pieter al snel in oude gewoontes hervallen. Helemaal uitgeput na de warmste dag tot dusver bereidden we onze pasta en zouden we vroeg gaan slapen. Na een kleine huisbrand een goed jaar terug bleek Quasimodo echter onderdak gevonden te hebben in de plaatselijke Notre-Dame en dat vierde de beiaardier niet liever dan met ieder kwartier plezier en vertier. Uiteindelijk zou de vermoeidheid het halen van deze kerkklokken zonder decibellimiet en konden we allen de slaap vatten.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten