De avond voordien
had sporen nagelaten. Reeds vroeg in de ochtend deed Pieter alsof hij een
eekhoorntje aan het zoeken was, maar verzamelde hij stiekem de stukjes van z’n
gebroken ego bij elkaar. Frederik zocht naar z’n fietssleuteltje, al bleek pas na
een lichte paniekaanval dat dat nog gewoon op z’n fiets zat. Stan en Wannes
gingen boodschappen doen, en Sam en Gert-Jan tenslotte deden verder aan
alcoholuitdrijving in hun tentje. Dat Sam het zwaar vlaggen had, bleek al in
het verslag van gisteren, want de was die hij toen aan de draad zag hangen werd
pas vandaag gedaan. Welke goddelijke kracht hiervoor had gezorgd moge nog
steeds een mysterie zijn, feit is dat een uurtje later iedereen gepakt en
gezakt klaar stond om de tocht aan te vatten. Vandaag beloofde een broeierig
warme dag te worden, getuige de zon die reeds vroeg in het zenit stond.
Nauwelijks waren we
Molsheim uit, of de enige wedstrijd die er toe doet was reeds verloren: alweer
kwamen we een fietser tegen op een vehikel gekker dan een eenwieler, dit keer
een soort tandem waarbij de vrouw des huizes voorop lag. Het zou ons niet van
de wijs brengen en we bolden gestaag verder doorheen een landschap vol
wijnranken en ooievaars.
Na enkele vreemde manoeuvres in het feeërieke Obernai
werd het landschap verruild voor velden vol zonnebloemen en strobalen, wat Sam
inspireerde tot het nemen van enkele foto’s. De gedachte aan een
teletubbieprent werd al snel verworpen door onze jongste wegens 'te
kinderachtig', het foto-op-strobaal idee bleef vooralsnog overeind. Overeind
blijven is ook wat Gert-Jan probeerde toen hij dan maar met z'n eenwieler op
een strobaal wilde gaan staan. Het riskeren van zoveel lijf en leden voor een
creatieve foto was een tikkeltje onbesuisd, diezelfde jongste bleek dan ook de
meest verantwoordelijke door alsnog een ondersteunende schouder aan te bieden.
Het vervolg van de
weg was lang en mooi, al bevatte ze enkele pittige en eigenlijk volstrekt
onnodige klimmetjes. In plaats van fantastisch mooie dorpjes als Barr,
Mittelbergsheim en Andieu rakelings te passeren, leidde de route ons er
middendoor en aldus konden we - cultuurmensen als wij zijn - een vleugje lokale
folklore opsnuiven. Dat een klim van 13% deel was van de lokale folklore was
echter niet goed aangegeven door onze gids, en omdat ieder excuus goed is om te
eten, startten we onze zoektocht naar lunch. Ons plan was om krachtvoer in te
slaan bij "La Maison Jaune" in Dambach-la-Ville, maar een toevallige
ontmoeting met een klasgenote van Gert-Jan ergens in the middle of nowhere
besliste daar anders over. Het middagsluitingsuur dwong ons om nog enkele
dorpjes door te rijden tot in Châtenois, waar voldoende mogelijkheden tot eten
beschikbaar waren. Onderweg werden we nog verrast door iets tussen een
regenboog en een wolkensluier, maar gezien er geen pot met goud te bespeuren
was reden we gauw verder.
L'histoire se
répète, zo bleek, want ook de pizzeria in Châtenois was net aan z'n siësta
begonnen. De meest meelijwekkende puppyblik van enkele reisgezellen deed de
uitbater echter overstag gaan en prompt opende hij z'n restaurant weer. Als in
een reclame van Casa di Mama werd Gert-Jans “pour moi une pizza avec amour” ter
plekke gedraaid en gezwierd. Of de naam 'Le 44' nu verwijst naar de diameter
van de pizza's of er een palindroomspelletje wordt gespeeld met naburige
épicerie '8à8', feit is dat ze gigantisch, kraakvers en overheerlijk waren.
Na het inslaan van
nog wat proviand - mueslirepen en een sixpack 7up voor Wannes - werd de tocht
onder een verzengende hitte hervat. Nauwelijks waren we de bocht om of een
drempeltje in de weg leidde tot ongecontroleerd ladingverlies en een al even
ongecontroleerde 7up-douche voor Stan. Pieter trachtte deze strategie geniepig
te imiteren om wat minder gewicht te moeten meesleuren, maar zijn bagage bleek
uiteindelijk beter vastgegespt dan gedacht.
Het vervolg van de
route leidde ons verder doorheen velden vol druivelaars, appels, abrikozen en
ander lekkers. Even buiten het stadje Colmar en temidden dit fruitwalhalla
diende zich prompt een kraampje aan waar we zelf à volonté konden plukken.
Wiens idee het was om het heetste moment van de dag op de heetste plek van
Frankrijk zelf fruit te gaan oogsten blijft een raadsel, dweiszonpetetje Frederik weigerde dienst en met de moed der wanhoop
zocht hij afkoeling in de schaduw van enkele veenbesjes. De plukkers van dienst
moesten evenwel zelf bekomen van zoveel noeste arbeid en, nadat diezelfde
besjes de onderlinge verzuring tot recordhoogte dreven, werd de tocht
verdergezet met maar één gezamenlijk doel: ijsjes!
De Auchan in
Wintzenheim zou ons uit de nood helpen maar het wachten op gloeiend heet asfalt
was slopend. Toen de ijsjes finaal aankwamen moesten we ons nog haasten ook;
Stan bleek namelijk in staat sneller ijs op te eten dan dat wij ze uit hun
verpakking konden halen. Nog een beetje beduusd van de hitte gaf Wannes zomaar
een winkelkarretje weg aan een Nederlands koppel en botsten we op een Brit met
tandem uitgerust met Brooks-zadels. Een Brooks-zadel hoor ik u denken? Deze
prijzige zadels passen zichzelf aan naar diegene die erop zit...ideaal voor een
fietsreis, ware het niet dat je eerst een hele fietsreis achter de rug moet
hebben vooraleer het de ideale pasvorm voor uw achtersteven aanneemt. Meer dan
door z'n zadel waren we echter gecharmeerd door de beste mans wielertruitje
waarop nagenoeg onze hele route doorheen de Elzas stond uitgestippeld. Een tip
indien de skills van uw navigator al eens te wensen overlaat.
Na deze overdosis
sociaal contact en een nog grotere dosis vochtinname werden de laatste
kilometers richting Rouffach aangevat. De gezellige camping in deze kleine
gemeente zou ons onderdak bieden voor de komende twee nachten. Onder de
beschutting van enkele bomen installeerden we onze tentjes, een gauw
geconfisqueerde picknicktafel en een vuilbak, al deed de verleidingskracht van
deze laatste Pieter al snel in oude gewoontes hervallen. Helemaal uitgeput na
de warmste dag tot dusver bereidden we onze pasta en zouden we vroeg gaan
slapen. Na een kleine huisbrand een goed jaar terug bleek Quasimodo echter
onderdak gevonden te hebben in de plaatselijke Notre-Dame en dat vierde de
beiaardier niet liever dan met ieder kwartier plezier en vertier. Uiteindelijk
zou de vermoeidheid het halen van deze kerkklokken zonder decibellimiet en
konden we allen de slaap vatten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten