Pagina's

dinsdag 7 juli 2020

De Sarrebourgse slemppartij


Al bij het eerste ochtendgloren begaf Stan zich naar de plaatselijke bakker om koffiekoeken te voorzien. Haters zouden zeggen dat hij dit enkel deed omdat hij zijn tent niet had opgezet in het zaaltje en klaarwakker was van de eerste zonnestraal. Hoewel de bakker reeds van onze overnachting had gehoord, was er geen spiegeleitje of heldenkorting voorzien om de dag goed aan te vangen. Bij het deponeren van een afscheidsbriefje wou de burgemeester graag een foto van ons voor het gemeentehuis en we haalden zelfs de lokale facebookpagina.


De landschappen op het vervolg van de route deden de oude garde denken aan de welbekende Windows XP achtergrond en Frederik bleek stiekem een heuse wolkenliefhebber. Zonder er al te veel aandacht aan te besteden, passeerden we een eenzaam fietsende Nederlander met oortjes. Dat we enkele dagen erna nog over hem zouden spreken, konden we nu nog niet vermoeden…





Even leek Sam serieuze gaming-ontwenningsverschijnselen tentoon te spreiden toen hij een bataljon soldaten met geweren op de weg zag lopen. De rest van de het gezelschap zag deze arme beladen jongeren echter ook en besloot dat het de nieuwe rekruten moesten zijn die we elk jaar in Frankrijk wel eens tegenkomen.


Mijn wederhelft zal het mij moeten vergeven maar de hypermarchés van ‘E.Leclerc’ zijn de beste supermarkten op aarde. Toen we er in Sarrebourg één vonden, twijfelden we dan ook geen moment. We bereidden onze zelfgemaakte caloriebommetjes van smossen door ze te beleggen met alles wat we konden vinden en gunden Frederik zelfs zijn broodnodig ‘zalmke’. Wannes besloot de maaltijd door 300 gram wortelen op te slurpen terwijl Gert-Jan zijn eten liggend verteerde op 20 cm van een hondendrol. Het feit dat hij deze niet had geroken, zegt genoeg over onzer allen lijfgeur.


Hoe opgeblazen onze buiken nu ook waren, zo plat als een vijg was Sam zijn voorband. In een recordtijd van 9 minuten werd deze echter vervangen en kwamen we na een korte klim aan in de prachtige Vallée des Eclusiers. We zwaaiden naar de plezierboten, negeerden een korte omleiding en keken onze ogen uit op dit mooi stukje fietspad. De tocht langs het water eindigde in Saverne waar we een welverdiend ijsje kochten. We hadden meer succes dan de jonge fietser voor ons, die te hard likte en zijn bol op de grond zag verdwijnen. Lichte hilariteit, maar toch vooral medelijden.


De laatste 30 kilometer van de dag naar Molsheim liepen via een moderne fiets-o-strade. Onze flow werd echter onderbroken wanneer we de grens van 500 kilometer bereiken van onze reis. Frederik wilde namelijk graag op dat moment de batterij van zijn fietscomputer vervangen, maar dat dan ook de wieldiameter gereset wordt was hij even vergeten. In het wiel van een 80-jarige bereikten we astronomische snelheden om de rest van de groep terug in te halen. Dat we daarbij enkele bevallige rolschaatsdames voorbijstaken en hen ons terug lieten inhalen was écht wel omdat we nog even op Wannes wachtten. 


In de Super-U van Molsheim vonden we eindelijk onze geliefde gratin dauphinois uit blik en uit pure opwinding vergat Pieter muesli te kopen. We sloegen onze tent op en treuzelden vervolgens verschrikkelijk lang: eten, douchen, kleren wassen, een crèmeke smeren… Ineens was het 21u45 en werd Sam stilaan dweiscafépetetje, er was hem namelijk een caféavond beloofd. 


Eens aangekomen in de lokale bar (die al om 23u30 sloot) was er enkel nog blijdschap maar toch ook keuzestress. Op de menukaart stonden louter zeer eigenaardige bieren  zoals ‘SMS’ en ‘Eau Lourde’. Dit laatste bleek een Russisch vanillebier dat eerder recht uit een olieput leek te komen, maar dat wist Gert-Jan niet toen hij het bestelde. Hij besloot naar toilet te gaan met dit stukje vergif en kwam met een leeg glas terug, niemand weet wat hij daar deed…

Over het vervolg van de avond heerst veel onduidelijkheid, maar de lezer kan in dit verslag de meeste correcte en objectieve weergave raadplegen. Bij het verlaten van het café proclameerde Pieter: "race naar de campiiiiing!", waarna hij prompt bloednuchtere Stan de pas afsneed (later zou Pieter beweren dat het een veiligheidsmanoeuvre was omdat wij een eenrichtingsstraat inreden).

Gezapig reden we naar de camping waar we na een halfuur wachten eindelijk Pieter zagen aankomen. Zelf beweerde hij de weg kwijtgespeeld te zijn, wij vermoeden dat hij nog een nachtclub zocht, bepaalt u zelf wat het ergste is.  Na de hereniging bleken ineens 6 chocomousses te zijn verdwenen en wanneer de lege potjes in cirkel rondom Stan zijn tent in lichterlaaie stonden, vormde dit voldoende bewijs voor een S(a)tanisch ritueel. Pieter was dan nog zijn tandenborstel en fietssleutel kwijt, maar dankzij Gert-Jans zoekhulp, konden we iets na 1 toch in onze slaapzak kruipen. Hoe zouden we dit morgen verteren…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten