Na een rustig nachtje in Thionville,
ontwaakte veteraan Pieter om 6 uur om aan zijn dagelijkse yoga en andere
ochtendactiviteiten te beginnen. Dit is wat we vermoeden, want niemand weet wat
hij echt doet in deze uren. Wat we wel weten is dat hij alleen naar de bakker
en de Lidl is gegaan om ontbijt. Bij zijn terugkomst was Stan verbaasd door de
complexiteit van de koeken die Pieter wist mee te brengen, en bedacht hij hen
dan ook met de naam complexe koeken. Sam kreeg als ontbijt een flinke portie
klassenraad. Snakeskin Frederik vond het
ontbijt dan weer een gepast moment om te vervellen en zijn afgeleefde voorhoofd
achter te laten op de camping.
Met een verse Frederik en nog steeds
meer benen dan wielen zetten de helden hun tocht verder richting Metz. Sam die
zijn kousen een paar keer verloor – die op zijn bagagedrager, niet die rond
zijn voeten - en een poging van Wannes om Gert-Jan zijn slaapzak te droppen, hielden
ons niet tegen om rond de middag reeds in Metz aan te komen. Een beetje cultuur
mocht niet ontbreken op de reis dus brachten we een bezoekje aan de kathedraal.
Na het traditionele kaarsje branden van Stan begonnen de magen weer te rommelen
en waren de ogen gericht op de McDonald’s. Helaas was er niks vegetarisch en
werd het kebab van de zaak ernaast. Lekker smullen in het zonnetje op de
promenade deed deugd.
Na de obligate boodschappen en het stiekem rebranden van Frederiks helm met looksaus, waren we
klaar om verder op avontuur te gaan. Stan zijn navigatieskills brachten ons op
enkele autostrades, maar uiteindelijk wisten we Metz achter ons te laten. Mooi fietsen
op de ons bekende D-banen met af en toe een klimmetje was het plan voor de
namiddag. Onderweg kwam Pieters jongensdroom uit toen hij een nummerplaat vond
in de berm. Frederik probeerde hem deze met een vieze list nog te ontfutselen,
maar de nummerplaat zou de rest van de reis in Pieters fietstas doorbrengen.
De Lidl van Morhange leek de ideale stop
voor het welverdiende eerste ijsje van de reis, direct gevolgd door het tweede.
Op dit moment kregen onze 2 studenten Gert-Jan en Frederik ook hun resultaten
van school binnen. Beiden geslaagd! De ijsjes smaakten alsnog beter.
De avondproviand werd ingeslaan, maar de
brakke Lidl bleek geen gratin dauphinois te hebben. Triest kozen we dan maar
voor een uitgebreide apero en wat Uncle Ben’s-Rijst. In Morhange passeerden we
een heel aantal hippe en minder hippe cafés, maar volgens ons reisboek was ook
in onze eindbestemming Bénestroff iets te drinken. Was dat serieus tegen onze
sjokkedeizen. Geen café te zien en de uitputting sloeg toe. We beslisten het
drinkgelag uit te stellen tot de dag nadien en wilden onze tenten ergens op het
dorpsplein placeren.
Welopgevoed als we zijn vroegen we de
toestemming aan de passerende wandelclub. De leidster van deze groep stond blijkbaar in rechtstreeks contact
met de burgemeester van dit dorpje. Na wat heen- en weer-getelefoneer, mochten
we zowaar op audiëntie bij de man zelf.
Niet enkel kregen we de toestemming in
het dorpje te bivakkeren, bovendien was de man overtuigd van onze goede
bedoelingen en liet hij ons binnen in de polyvalente zaal, in ruil voor enkele
trucjes op mijn eenwieler. We bakenden ons territorium af door de zaal vol te
gooien met fietsen en spullen en vergaten bij het afbakenen ook de toiletten
niet. Eens geïnstalleerd, duurde het niet lang alvorens we onder de wol kropen.
En zo telde het sympathieke Franse dorpje
Bénestroff die nacht geen 550, maar wel 556 zielen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten