Pagina's

maandag 6 juli 2020

Toeristen in Bénestroff


Na een rustig nachtje in Thionville, ontwaakte veteraan Pieter om 6 uur om aan zijn dagelijkse yoga en andere ochtendactiviteiten te beginnen. Dit is wat we vermoeden, want niemand weet wat hij echt doet in deze uren. Wat we wel weten is dat hij alleen naar de bakker en de Lidl is gegaan om ontbijt. Bij zijn terugkomst was Stan verbaasd door de complexiteit van de koeken die Pieter wist mee te brengen, en bedacht hij hen dan ook met de naam complexe koeken. Sam kreeg als ontbijt een flinke portie klassenraad.  Snakeskin Frederik vond het ontbijt dan weer een gepast moment om te vervellen en zijn afgeleefde voorhoofd achter te laten op de camping.


Met een verse Frederik en nog steeds meer benen dan wielen zetten de helden hun tocht verder richting Metz. Sam die zijn kousen een paar keer verloor – die op zijn bagagedrager, niet die rond zijn voeten - en een poging van Wannes om Gert-Jan zijn slaapzak te droppen, hielden ons niet tegen om rond de middag reeds in Metz aan te komen. Een beetje cultuur mocht niet ontbreken op de reis dus brachten we een bezoekje aan de kathedraal. Na het traditionele kaarsje branden van Stan begonnen de magen weer te rommelen en waren de ogen gericht op de McDonald’s. Helaas was er niks vegetarisch en werd het kebab van de zaak ernaast. Lekker smullen in het zonnetje op de promenade deed deugd.



Na de obligate boodschappen en het stiekem rebranden van Frederiks helm met looksaus, waren we klaar om verder op avontuur te gaan. Stan zijn navigatieskills brachten ons op enkele autostrades, maar uiteindelijk wisten we Metz achter ons te laten. Mooi fietsen op de ons bekende D-banen met af en toe een klimmetje was het plan voor de namiddag. Onderweg kwam Pieters jongensdroom uit toen hij een nummerplaat vond in de berm. Frederik probeerde hem deze met een vieze list nog te ontfutselen, maar de nummerplaat zou de rest van de reis in Pieters fietstas doorbrengen.


De Lidl van Morhange leek de ideale stop voor het welverdiende eerste ijsje van de reis, direct gevolgd door het tweede. Op dit moment kregen onze 2 studenten Gert-Jan en Frederik ook hun resultaten van school binnen. Beiden geslaagd! De ijsjes smaakten alsnog beter.

De avondproviand werd ingeslaan, maar de brakke Lidl bleek geen gratin dauphinois te hebben. Triest kozen we dan maar voor een uitgebreide apero en wat Uncle Ben’s-Rijst. In Morhange passeerden we een heel aantal hippe en minder hippe cafés, maar volgens ons reisboek was ook in onze eindbestemming Bénestroff iets te drinken. Was dat serieus tegen onze sjokkedeizen. Geen café te zien en de uitputting sloeg toe. We beslisten het drinkgelag uit te stellen tot de dag nadien en wilden onze tenten ergens op het dorpsplein placeren.

Welopgevoed als we zijn vroegen we de toestemming aan de passerende wandelclub. De leidster van deze groep stond blijkbaar in rechtstreeks contact met de burgemeester van dit dorpje. Na wat heen- en weer-getelefoneer, mochten we zowaar op audiëntie bij de man zelf. 








Niet enkel kregen we de toestemming in het dorpje te bivakkeren, bovendien was de man overtuigd van onze goede bedoelingen en liet hij ons binnen in de polyvalente zaal, in ruil voor enkele trucjes op mijn eenwieler. We bakenden ons territorium af door de zaal vol te gooien met fietsen en spullen en vergaten bij het afbakenen ook de toiletten niet. Eens geïnstalleerd, duurde het niet lang alvorens we onder de wol kropen.

En zo telde het sympathieke Franse dorpje Bénestroff die nacht geen 550, maar wel 556 zielen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten