Pagina's

maandag 6 juli 2015

Warmençon (122,54 km)

Bij het krieken van de dag bleek de medicijnen- en zalfcocktail ’s nachts wonderen verricht te hebben op Pieters knie en herboren kroop hij terug op zijn fiets. We verlieten de camping van onze taalgenoten en gingen op zoek naar de bakker van Arcis-sur-Aube. Niet voor de laatste keer deze reis bleek de boterkoekenvoorraad al sterk geslonken en werden we genoodzaakt gewoon les tous te kopen. Twee croissants en een hoop minichocoladekoeken was de brandstof waarmee we die ochtend in Troyes moesten zien te geraken. Dat lukte wonderwel, zij het voor een groot stuk langs een drukke baan vergeven van de ronkende vrachtwagens die ons met hun stof- en luchtverplaatsingen onophoudelijk van onze rijwielen trachtten te blazen. In Troyes trokken we naar de Colruyt, waar we eieren, stokbrood, spek voor Sam en een slaatje voor Frederik insloegen. We zochten een park in de buurt op om deze etenswaren soldaat te maken, waar tevens een zwerver vertoefde– al bestaat de kans dat er nu elders op het internet een reiziger schrijft over vier zwervers die hem die middag in het park van Troyes gezelschap hielden.

Het was nog geen twee uur toen we de kruimels van onze picknickdekens schudden en een uitweg uit de stad begonnen te zoeken. Dat bleek een heel karwei, maar uiteindelijk slaagden we er toch in de drukke agglomeratie achter ons te laten. De relatief vlakke wegen leidden ons langs dorpjes waar de tijd figuurlijk en letterlijk, zo verraadden de kerkklokken, leek stil te staan. In één beweging reden we door naar Ervy-le-Châtel, waar we onszelf trakteerden op een welkom ijsje. In het café waar we neergezegen waren werden we verder voor het eerst gewaar dat die hele Tour de France de doorsnee Fransman niet één moer kan schelen, en dat deze zich liever verdiept in de spannende plotwendingen van de paardensport. We zetten onze tocht gestaag verder, tot Pieter even later het heft van de fietsreis in eigen handen nam en afdaalde van de weg naar de rivier Armançon, die zich kronkelend een weg baande door het landschap dat we doorkruisten. Na een frisse duik werd zijn beslissing door ons allen democratisch goedgekeurd en de kilometers die volgden reden we op wolken. Eindhalte Auxerre verscheen al snel aan de einder, die ondertussen reeds de zon had opgeslokt.


Bij gebrek aan een geopende supermarkt gunden we onszelf een restaurantmaaltijd. Eens gezeten lesten Sam en Pieter ongegeneerd hun dorst met de restjes water van de vorige tafelaars en bestelden beiden een spaghettivariatie. Bij gebrek aan vegetarische alternatieven volgde Stan hun voorbeeld, maar alledrie vielen we bedrogen uit en gingen met honger van tafel; Frederik daarentegen had het beter getroffen met zijn kip met frietjes. Een pintje om bij na te kaarten werd na het bezichtigen van de prijslijst - €3,70 - afgeslagen en we gingen op zoek naar de nabijgelegen camping. Die had ondertussen al haar deuren gesloten, maar via letterlijk een klein achterpoortje slaagden we er toch in binnen te sluipen. Onder de licht veroordelende blikken van enkele nog wakkere campinggasten stelden we onze tenten in een hoekje van het terrein achter het struikgewas op. Onderwijl de muggen van ons afslaand en de overgleven ruimte in onze magen opvullend met koekerij namen we ons voor de volgende ochtend te betalen. Misschien.

-STAN-

Geen opmerkingen:

Een reactie posten