Pagina's

dinsdag 12 juli 2022

12 juli: niets te klagen in Kopenhagen

Na enkele dagen van inspanningen, was het vandaag tijd voor een uitboldag. In het verleden zou ik die term gebruikt hebben voor elk ritje onder de 200 km, maar 33 levensjaren en een vleugje corona gaven die jeugdige overmoed deze reis toch een kleine knauw. De dag begon met zalig uitslapen in de shelter, al bleken er in het bos twee snurkers te zitten. Omdat ik daar zelf niets van gemerkt heb, kan ik wel een berekende gok doen over de identiteit van de eerste, maar de tweede is tot op heden onbekend.

Stan dacht dat het onmogelijk was, maar we slaagden erin het opruimen nog langer te laten duren dan anders. Kwatongen beweren zelfs dat hij tijdens ons gesukkel al eens om en weer naar Lokeren ging om een bezoekje te brengen aan zijn ouders. Tegen dat we klaar waren, gaf de zon middagtemperaturen aan, maar uiteindelijk was het nog steeds maar half 11. De check-in van het hotel ging pas om 15u open, dus moesten we ons niet haasten om de 50 km naar Kopenhagen af te leggen.

Ook de term à l'aise kreeg dit jaar een andere betekenis en aan 25 km/u misten we een gps-afslag om als 6 woeste buffels een klein idyllisch keienstrand te bestormen. Zo idyllisch dat er niet enkel hondjes, maar ook een vogeltje uitgelaten werd. De honden blaften ons berispend toe en uit respect voor de man met zijn vogeltje keerden we terug op onze stappen. 

De zon brandde intussen ongenadig en een pitstop was aangewezen. Veel ontbijtkaka's hadden ze in deze winkel niet, maar het mini-ontbijtje vulde de reserves voldoende aan. Dankzij ons dieet van veel snelle suikers en weinig douchen kregen we er enkele kilometers later een gast bij, een bijgast, een bij bij. Frederik zweette blijkbaar pure cola dus was hij het target van dienst.

Het insect overleefde zijn aanval niet, en Frederiks linkeroog liet traantjes bij het schielijk heengaan van dit beestje, maar de angel werd snel uit deze aanval gehaald. Om hem te troosten trokken we naar de grote gratis dierentuin Dyrehavsbakken die honderden herten herbergt. Stan had er veel zin in, want hij gidste ons in dit park zowat over alle mogelijke baantjes, maar uiteindelijk kwamen we toch iets dichter bij de Deense hoofdstad uit dit labyrint. De wijk Gentofte waar we 10 dagen terug de auto parkeerden bleek residentiëel genoeg om de auto zonder wielklemmen of ingeslagen ruiten terug te vinden en we lieten alvast wat kampeermateriaal achter dat we niet meer nodig hadden. Morgen waren we immers allemaal thuis, toch? (kleine spoiler: niet dus)


Ondanks onze kennismakingen met de Deense fauna in al zijn groottes en gedaantes, waren we nog steeds ruim te vroeg in het hotel. Hongerkloppen werden gecounterd met het binnenschrokken van enkele broden op de binnenplaats van het hotel. De check-in ging open en om 15u zaten we in onze hotelkamer, waar we besloten de stad met de fiets nog even te verkennen. Altruïstisch als we zijn, kon dit na een week vol ontberingen niet zonder ons eerst te douchen. De doucheklok werd streng bewaakt door Sam, die al zin had in een Deens terrasje. Om 16u zaten we weer op onze fiets, dit keer zonder bagage. We trokken naar het pretpark Tivoli, waar het koppen fietsen was en we bovendien met onze rijwielen niet binnenmochten. Gelukkig wist Frederik die - puur professioneel - al een aantal keer in Kopenhagen was geweest, een aantal mooiere plekjes.


Een aanrader was onder meer CopenHill. Een eindje uit het centrum, maar de omweg zeker waard. Als u denkt dat de naam CopenHill klinkt als een skipiste, een verbrandingsoven of een panoramisch terras, dan bent u drie keer juist. De lift naar boven was bovendien gratis, en dat is een codewoord dat ons steeds weer enthousiast maakt.

Gratis gold helaas niet voor ons terrasje. Waar u als quizzer Kopenhagen correct thuisbrengt in Denemarken en weet dat ze daar de Deense kroon als munteenheid gebruiken, gebruikte men op de terrassen maandloon als eenheid. De pizza's bleken gelukkig democratischer, waardoor we met het weinige geld dat we nog over hadden toch niet dienden te verhongeren.

Na het debacle met de ijsjes gisteren was het tijd om onze karmarekening voor onze terugreis met de trein toch nog een beetje te spekken (kleine spoiler: zonder effect). Zwerfvuil ontsierde de straten van Kopenhagen, dus begon ik op te ruimen. Alles voor een propere stad, en voor de 13 cent pand die we per blikje terugkregen. In afwachting van een winkel offerde Stan zijn laatste greintje zelfwaarde op en werd zijn fietsmandje omgevormd tot een moderne leprozenratel. Een bel was niet meer nodig.

We ratelden ons voorbij enkele wachtlopende soldaten en reden de stervormige omwalling rond de kazerne af. Dat dit niet volledig de bedoeling is, bleek toen we op Strava met een nochtans gezapig tempo een bekertje veroverden. De avond viel stilaan als een doek over onze reis en we maakten ons klaar voor onze laatste scène.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten