Pagina's

zaterdag 9 juli 2022

9 juli: hoornaars in de tipi

Toftanäs - Gyltige ● 97,5 km  489 m

Nauwelijks waren we Camping E4 afgedokkerd of mijn achterwiel begon vervaarlijk te hobbelen. Een kneep in de band verraadde dat die 's nachts heel wat lucht verloren had. Ik besloot af te zien van reparatie en gewoon eens goed bij te pompen. Want zoals de oude koerswijsheid gaat: als je het maar genoeg wilt en maar hard genoeg gelooft dat je band niet lek is, dan moet je uiteindelijk toch vervangen. Maar dat waren zorgen voor later, te meer omdat een vrachtwagen net op ónze pechstrook besloot zijn slaappauze te houden. Vrij hilarisch duwde hij ons schuifelend voor zich uit, de weg op naar Ljungby.


De parking van de ICA in Ljungby beschikte over drie stallen. Eén met blauwe karren, één met rode karren en één met gele karren, opdat geen enkele stal een overdaad aan karren zou ontvangen en klanten hun wagen snel zouden terugvinden. Efficiëntie heeft een trema omdat de Zweden het hebben uitgevonden. Ik had mijn vaste bestelling brood en kaas al doorgegeven aan de winkelcrew, toen die teruggekeerde met het nieuws dat er een salad bar beschikbaar was. De salad bars van de ICA hadden na een week on the road een legendarische status bereikt. Hoewel ik eerst niet te vermurwen was en niet wou afwijken van het dieet dat mij al jaren in het zadel houdt, wisten mijn vrienden mij toch te overtuigen. En inderdaad, die pasta was ongemeen lekker. Ze bevatte allerlei wonderlijke ingrediënten als tomaat, komkommer, mozzarella en falafelballetjes, en, enfin, de rest van de dag besteedde ik aan het sussen van mijn woedend spijsverteringsstelsel met immodium en motilium.


Op de boswegen buiten Ljungby werden we door een grote groep wandelaars getrakteerd op een luide erehaag. Blozend reden we erdoor. Meer Wout van Aert zullen we helaas nooit worden. Bij een vervallen houtzagerij namen we tweede lunch terwijl een hert ons vanop afstand aanstaarde. Vlot regen we de hults (Grimshult! Hästhult! Loshult!) aan elkaar en bereikten Lidhult, de laatste halte van de dag. Getuige de ICA met paardenparking waren we aangekomen in het landelijke, afgelegen Zweden. Voor zij die van ver kwamen was er ook een wc. Je moest er wel eerst - parkour! - de inkomhal, de supermarkt, het café en de bibliotheek voor doorkruisen.


Lidhult kwam niets te vroeg, want er was intussen geen ontkennen meer aan de lekheid van mijn band. We besloten het gat op te sporen door vocht aan te brengen op de binnenband. Nauwelijks had ik de kans om naar mijn drinkbus te grijpen of Frederik had al een klodder speeksel op mijn band gedropt. Een golf van gejuich en afgrijzen spoelde over de groep toen er een gigantische luchtbel op het rubber verscheen en het lek zich kenbaar maakte. We pompten verse lucht in mijn achterband, vergezeld van - zo bleek gauw - een stevige portie asymmetrie. De eerste paar meter was dat extra sprongetje best grappig. Na honderd meter begon het mij danig te enerveren, en na een kilometer had ik zin om mijn fiets te parkeren en desnoods huppelend de reis verder te zetten.

Gelukkig was het tijd om een slaapplek te zoeken. Daarvoor hadden we twee opties: één shelter dichtbij, en één iets verder van de route in Gyltige. De eerste shelter was zo hard geshelterd dat we hem niet teruggevonden. Optie twee dus. Langs rotsblokken en zinkgaten knotsten we een bospad af en tuimelden Gyltige binnen. Een paar bochten verder in het onooglijke dorpje troffen we een ontwenningskliniek aan. Wat een plek om zo'n instelling te stichten, dachten we, maar bij nader inzien was Gyltige eigenlijk wel de perfecte locatie om de verlokkingen van de grootstad af te zweren. Op het domein van de kliniek stonden de twee shelters waar we naar op zoek waren, net als een houten tipi iets hoger op de heuvelflank. Er was plaats voor meerdere personen en misschien wel zes foetushoudingen. Uiteindelijk was er geen puzzel nodig: enkel Pieter, Wannes en ik kozen om er de nacht door te brengen.


Onze diepvrieszak veggieworsten was zijn vaste toestand inmiddels verloren en bleek bij opendoen een pak vegetarische klei geworden. Pieter boetseerde enkele heerlijke worsten terwijl Sam vaardig de slag uit mijn wiel chalarmeerde. Na het diner kwam Wannes plots haastig ons kamp binnengelopen met het nieuws dat hij in de tipi een hoornaar had gespot. De hoornaar, beste lezer, is een wesp op steroïden, met zijn 4 centimeter de B-52 van het Europese insectenrijk. Ze zijn zeldzaam, en dus waren wij allemaal vrij zeker dat Wannes het beest had gezien dat voor de wetenschap bekend staat als 'de dikke mot'. Niettemin gingen we een kijkje nemen, en zowaar, het was effectief een hoornaar. We laten in het midden of het de Aziatische of de Europese variant was, maar dat ie Angstaanjagend was, dat wisten we wel zeker. De tipi werd geëvacueerd en de tenten opgezet.

Pieter kondigde daarop aan een wc te zoeken in het bos. Het grootste deel van de groep deelt mijn mening dat een echte wc gebruiken het laatste ding is dat ons scheidt van de dieren. Pieter deed zijn aankondiging echter met zoveel enthousiasme, en ongevraagd vier keer, dat wij hem ervan begonnen te verdenken overdag opzettelijk het porselein te vermijden. In het loof vond hij wel een mysterieuze aktetas. Helaas was die leeg en niet het begin van een spannend bosspel. Slapen dan maar. Even dachten we nog dat de hoornaar terug was toen we opeens irritant gezoem hoorden, maar het bleken Pieter en Wannes die elkaar quizvragen waren beginnen stellen.

(Stan)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten