Kopenhagen - Aken // Aken - Luik ● 58,20 km ● 459 m // Luik - Gent
De missie was hopeloos. Hoewel ons treinschema slechts drie ritten bevatte, gescheiden met een genereuze overstap en netjes verspreid tussen de beschaafde uren 9 en 20, wisten we dat we onze reiskarma de voorbije tien dagen verwaarloosd hadden. Onze winkeltraktaties waren ruimschoots tenietgedaan door kindertranen, en ons pmd-geld hadden we in kaneelsnegls gepompt in plaats van het Zweedse Rode Kruis. In Kopenhagen hadden we weliswaar de pant weggeschonken die we hadden geruild voor onze blikjes en mijn imago, maar diep vanbinnen wisten we: het was too little, too late.
Toen Pieter, Tim en ik die ochtend afdaalden naar perron 6 was dat dus met bepakte fietsen maar zonder illusies. En inderdaad. Beneden stond de trein te wachten die naar Aarhus ging, op het Deense vasteland. Dat was normaal, want wij waren te vroeg. Daarna werd het iets minder normaal, en nog iets later ronduit abnormaal. De trein zou spoedig plaatsmaken voor de onze, klonk het meermaals over de speaker, maar telkens we naar de machinist keken die stoïcijns uit de deuropening bleef hangen wisten we: dat was niet wat er te gebeuren stond.
Een uur later zaten we in het pluche van onze DSB-trein en veegden we de scherven van ons treinschema bij elkaar. België halen was niet onmogelijk, al zou het heel moeilijk worden en nieuwe boekingen vereisen. In Hamburg worstelden Pieter en ik ons door de mensenmassa richting het kantoor van Deutsche Bahn en trokken een nummertje. 1543. Een blik op het scherm leerde het nummer dat momenteel aan de beurt was: 1490. We keken nog eens, maar dat was echt wat er stond.
Het is bijzonder interessant om te voelen wat een rij van 53 mensen doet met de menselijke psyche. Want er is niets dat de geest zo belangrijk doet voelen, geen situatie in het leven dat voor zo'n onmiddellijke solipsistische egelstelling zorgt als de confrontatie met de Lange Rij. Wat doen al die mensen hier? Welke reden kunnen zij in godsnaam hebben om ook in deze rij te staan? Welk onbeschrijflijk onrecht is het dat wij op hen moeten wachten? Er móét toch een manier zijn waarop wij sneller geholpen kunnen worden dan nummer 1543 - even een extra loket voor ons opendoen, en dan weer sluiten?
Maar de waarheid was natuurlijk dat terugkeren van een rondje fietsen bezwaarlijk een cruciale reis is. Dat er wellicht mensen in de rij stonden die op weg waren naar begrafenissen en huwelijken. En dus namen wij verslagen plaats in een hoekje om mensen te kijken, hamburgers te eten en ons data-abonnement plat te streamen op de Tour. Anderhalf uur later keerden we terug naar Tim met een hoop stempels en papieren die ons lot bezegelden: Welkenraedt, en niet verder.
Later zat ik op het toilet te mijmeren dat er een groot en weinig bekend verschil is tussen de treinen van DSB en die van Deutsche Bahn. Namelijk: de toiletdeuren van de Denen vallen automatisch in het slot, terwijl die van de Duitsers een extra handeling vereisen. Ik wou dat ik u kon vertellen dat ik dat had ontdekt door het Duitse bordje boven de sleutelknop te begrijpen, maar het was omdat een vrouw mijn toilet binnenwandelde. Ons traject was al uren beyond repair en karmagewijs maakte het uitdelen van een trauma hier of daar niet zo veel meer uit. Toch, puur menselijk: entschuldigung.
Terug op mijn stoel overvielen Pieter en Tim mij met het wilde plan om niet te stoppen in Welkenraedt en helemaal naar Luik te fietsen. Zo zouden mijn metgezellen geen vier uur verveling tegemoet gaan op het perron. Nu moet u weten, beste lezer, dat ik mij de laatste keer verveeld heb toen ik in het tweede leerjaar de hoofdletter O moest oefenen, en dat verveling hoegenaamd geen argument is om mij om 1 uur 's nachts te bewegen tot een fietstocht langs 40 kilometer lintbebouwing en 400 hoogtemeters. Maar de weg naar Luik bleek een mooie Ravel-route te zijn, en met die door mij becijferde hoogtemeters viel het ook wel mee als je zoals verstandige mensen 'Welkenraedt naar Luik' intypte in Google Maps en niet 'Luik naar Welkenraedt'. Bovendien bleek het om middernacht nog steeds tshirt-weer. Aldus schaarde ook ik mij enthousiast achter het plan, en na wat automaatcola's te tanken in Welkenraedt sloegen we gezamenlijk af richting Luik.
De route ging naar boven en naar beneden en eens op de Ravel heel erg naar beneden. Na zijn eerdere besmetting pikte Pieter ook nog even Covid-22 mee door frontaal te botsen met een vleermuis. In Herve deden we een terrasje. Letterlijk een terrasje, want de bijhorende zaak was namelijk gesloten. Na een schaamteloze eigen picknick van cola en American cookies roetsjten we de Ravel af en reden Luik binnen.
Of ik die bever in de berm had gezien, vroeg Pieter me alsof hij een exemplaar van de gewone huisvlieg had gespot. Een haastige one eighty later stonden we op de eerste rij toen de kanjer het fietspad overwaggelde. Hadden wij ons helemaal naar de 57ste breedtegraad gesleept om wat spannende zoogdieren te zien, kwamen we ze tegen in godbetert Luik. Door een uitgestorven stad reden we naar het station, dat er in het kunstlicht bijlag als het skelet van een gigantische walvis. Stipt om 4u37 hesen we ons de trein op.
Een leuk spel voor wanneer je op een ongoddelijk uur de trein moet nemen is "Al wakker/nog wakker". Doel van het spel is om van je medereizigers te raden of die al wakker zijn, of juist nóg wakker. We geven enkele tips voor beginnende spelers. Pendelaars die een boek openslaan, zijn doorgaans Al Wakker. Heeft de reiziger de hik, dan is een cafébezoek nooit ver weg en is hij of zij steevast Nog Wakker. Grappig genoeg waren het deze keer wij die het voorwerp van het spel waren. Pieter maakte het onze medereizigers niet moeilijk door te gaan liggen en niet één, maar twee zetels onder te kwijlen. Tim was minder makkelijk te raden, maar uiteindelijk gaf zijn doorleefde interpretatie van De Schreeuw de doorslag.
In Gent-Sint-Pieters werden we begroet door Wannes. Op basis van diens adem konden we hem ook makkelijk indelen bij team Nog Wakker. Het was dat, of Kelloggs heeft buiten ons medeweten Choco Trésor Whisky op de markt gebracht. Thuis plofte ik neer naast een wekkerradio die 7u14 aangaf. Nee, het was niet de geurige bosgrond naast het Åsnen-meer, en nee, het was geen luxeperceel op Camping First Camp, maar toch was mijn IKEA Espevär-matrasbodem een stukje Zweden waar het best lekker slapen was.
Dank, beste lezer, dat u bij ons was.
(Stan)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten