Omdat ter zee onmogelijk gemaakt werd door de blijkbaar levensgevaarlijke kade in Gent en ter lucht ons de laatste keer wat kapotte wielen en derailleurs had opgeleverd, bleef qua verplaatsingsmogelijkheid enkel ter land over.
"Samen uit, samen thuis" is al enkele jaren niet meer ons motto, en dus maakten we er Top Gear-gewijs een soort van wedstrijd van tussen verschillende vervoersmiddelen. Auto versus trein, met als finish Kopenhagen.
Nu ja, van wedstrijd was weinig sprake aangezien de auto met Frederik, Tim en Pieter al op 2 juli vertrok en de treinreizigers een dagje langer in België vertoefden. Wel gingen de autoreizigers voor een erg rustige benadering. Uur van afspraak 10 uur werd de dag voordien nog verlaat naar 11 uur en de dag zelf bleek dat toch eerder half 12 te worden.
Vooraf hadden we getest hoeveel fietsen we juist in Frederiks auto konden proppen, en ondanks een ingenieursdiploma en het vakkundig demonteren van wielen, zadels en andere uitstekende onderdelen bleek dat aantal op 1 te stranden. De andere fietsen moesten dus ergens op of achter de auto gebonden worden. Een trekhaak is een handig gerief, maar helaas niet aanwezig op de auto. Dankzij Sam beschikten we over een trekhaakloos rek, maar de spoiler van Frederiks patserbak kreunde bij het vastbinden ervan zelfs zonder fietsen iets te hard om leuk te zijn.
Dan maar op het dak, een benadering die we enkele jaren terug al eens uittestten richting Duitsland. Aerodynamisch een absolute ramp, maar eigenlijk nog vrij gebruiksvriendelijk. Toch wilde Frederik zijn splinternieuwe fiets niet overleveren aan wind, regen, vliegjes en andere natuurrampen. Nee hoor, zijn Genesis zou lekker warm tussen wat dekens de rit mogen doorbrengen in de kofferruimte van de auto.
Daar dacht Tims Trek-fiets echter ondubbelzinnig anders over. "Amai, zo een dikke buis", "Dat past er toch nooit in"... De fiets van Frederik werd verbannen naar het dak en Tim nam als een bezorgde vader plaats naast zijn fiets op de achterbank. Heel wat gemonteer en gedemonteer later, kropen we in de auto op weg naar tussenstop Bremen. Nog een laatste blik op mijn huis dat ik tien dagen moest achterlaten in de handen van Thijs en dan vertrekken. Ik mijmerde bij het aanschouwen van het ronde raam, de poort, de mooie afsluiting, de stapel stenen, het fietswiel tegen de stapel stenen, huh wacht, fietswiel?
Juist ja, bijna was Tim de opvolger van onze normale circusclown Gert-Jan, die er dit jaar helaas niet kon bij zijn. Maar even later - intussen was het half 1 of zo - gingen we op weg met drie fietsen, zes wielen, alvast een aantal tenten en nog wat andere bagage.
100 km rijden, een eerste keer tanken, nog eens 50 km rijden, nog eens tanken... Als fietsen goed is voor je ecologische voetafdruk, geldt dat blijkbaar niet wanneer je ze op het dak van je auto bindt. Ook de inhoud van de auto kreeg honger en in Venlo, het Welkenraat van Nederland, werd net als vorig jaar de Burger King bezocht.
De rit bracht ons verder van tankstation naar snelwegparking waar we net op tijd waren om Van Aert de sprint te zien verliezen van Jakobsen. Naar Bremen dan maar waar we het gloednieuwe Meininger-hotel een bezoekje brachten en in de supermarkt verwelkomd werden door een brallende dakloze.
In het historische centrum was het over de koppen fietsen, dus zetten we koers naar de buitenwijken langs de Wezer. De stadiontour bestond er in dat we letterlijk een tourtje maakten rond het stadion, waarna we de inwendige mens versterkten met een durum of pizza hawaï.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten