Kopenhagen - Aken // Aken - Luik ● 58,20 km ● 459 m // Luik - Gent
woensdag 13 juli 2022
Epiloog: home Swede home
dinsdag 12 juli 2022
12 juli: niets te klagen in Kopenhagen
Na enkele dagen van inspanningen, was het vandaag tijd voor een uitboldag. In het verleden zou ik die term gebruikt hebben voor elk ritje onder de 200 km, maar 33 levensjaren en een vleugje corona gaven die jeugdige overmoed deze reis toch een kleine knauw. De dag begon met zalig uitslapen in de shelter, al bleken er in het bos twee snurkers te zitten. Omdat ik daar zelf niets van gemerkt heb, kan ik wel een berekende gok doen over de identiteit van de eerste, maar de tweede is tot op heden onbekend.
Stan dacht dat het onmogelijk was, maar we slaagden erin het opruimen nog langer te laten duren dan anders. Kwatongen beweren zelfs dat hij tijdens ons gesukkel al eens om en weer naar Lokeren ging om een bezoekje te brengen aan zijn ouders. Tegen dat we klaar waren, gaf de zon middagtemperaturen aan, maar uiteindelijk was het nog steeds maar half 11. De check-in van het hotel ging pas om 15u open, dus moesten we ons niet haasten om de 50 km naar Kopenhagen af te leggen.
Ook de term à l'aise kreeg dit jaar een andere betekenis en aan 25 km/u misten we een gps-afslag om als 6 woeste buffels een klein idyllisch keienstrand te bestormen. Zo idyllisch dat er niet enkel hondjes, maar ook een vogeltje uitgelaten werd. De honden blaften ons berispend toe en uit respect voor de man met zijn vogeltje keerden we terug op onze stappen.
De zon brandde intussen ongenadig en een pitstop was aangewezen. Veel ontbijtkaka's hadden ze in deze winkel niet, maar het mini-ontbijtje vulde de reserves voldoende aan. Dankzij ons dieet van veel snelle suikers en weinig douchen kregen we er enkele kilometers later een gast bij, een bijgast, een bij bij. Frederik zweette blijkbaar pure cola dus was hij het target van dienst.
Het insect overleefde zijn aanval niet, en Frederiks linkeroog liet traantjes bij het schielijk heengaan van dit beestje, maar de angel werd snel uit deze aanval gehaald. Om hem te troosten trokken we naar de grote gratis dierentuin Dyrehavsbakken die honderden herten herbergt. Stan had er veel zin in, want hij gidste ons in dit park zowat over alle mogelijke baantjes, maar uiteindelijk kwamen we toch iets dichter bij de Deense hoofdstad uit dit labyrint. De wijk Gentofte waar we 10 dagen terug de auto parkeerden bleek residentiëel genoeg om de auto zonder wielklemmen of ingeslagen ruiten terug te vinden en we lieten alvast wat kampeermateriaal achter dat we niet meer nodig hadden. Morgen waren we immers allemaal thuis, toch? (kleine spoiler: niet dus)
Gratis gold helaas niet voor ons terrasje. Waar u als quizzer Kopenhagen correct thuisbrengt in Denemarken en weet dat ze daar de Deense kroon als munteenheid gebruiken, gebruikte men op de terrassen maandloon als eenheid. De pizza's bleken gelukkig democratischer, waardoor we met het weinige geld dat we nog over hadden toch niet dienden te verhongeren.
Na het debacle met de ijsjes gisteren was het tijd om onze karmarekening voor onze terugreis met de trein toch nog een beetje te spekken (kleine spoiler: zonder effect). Zwerfvuil ontsierde de straten van Kopenhagen, dus begon ik op te ruimen. Alles voor een propere stad, en voor de 13 cent pand die we per blikje terugkregen. In afwachting van een winkel offerde Stan zijn laatste greintje zelfwaarde op en werd zijn fietsmandje omgevormd tot een moderne leprozenratel. Een bel was niet meer nodig.
We ratelden ons voorbij enkele wachtlopende soldaten en reden de stervormige omwalling rond de kazerne af. Dat dit niet volledig de bedoeling is, bleek toen we op Strava met een nochtans gezapig tempo een bekertje veroverden. De avond viel stilaan als een doek over onze reis en we maakten ons klaar voor onze laatste scène.
maandag 11 juli 2022
11 juli: met open mond door de Sont
Torekov - Helsingør ● 116 km ● 476 m
zondag 10 juli 2022
10 juli: de zee, deel twee
Gyltige - Torekov ● 84,6 km ● 411 m
Tijdens het ontbijt kwamen twee Zweedse vikings in flashy sportoutfits onze kampeerplaats binnengelopen. Waarom we onze tenten hadden opgezet binnenin een houten shelter, wilden ze weten. "For extra protection?". Hun grijns verraadde dat de mannen als baby in de vrieskou te slapen waren gelegd en nu zelf bij de eerste sneeuw de bossen introkken om met blote vuist op beren te jagen. Even was het stil. Ja, hoe moesten we ons hieruit redden met onze eer intact? "It is for the darkness", riep opeens Tim. Daarmee verbaasde hij zowel de vikings, die zonder enige twijfel de Zweedse zonsopgang om 4u als natuurlijke wekker gebruikten, als ons, want wij hadden geen idee dat Tim Engels kon.
zaterdag 9 juli 2022
9 juli: hoornaars in de tipi
Toftanäs - Gyltige ● 97,5 km ● 489 m
Nauwelijks waren we Camping E4 afgedokkerd of mijn achterwiel begon vervaarlijk te hobbelen. Een kneep in de band verraadde dat die 's nachts heel wat lucht verloren had. Ik besloot af te zien van reparatie en gewoon eens goed bij te pompen. Want zoals de oude koerswijsheid gaat: als je het maar genoeg wilt en maar hard genoeg gelooft dat je band niet lek is, dan moet je uiteindelijk toch vervangen. Maar dat waren zorgen voor later, te meer omdat een vrachtwagen net op ónze pechstrook besloot zijn slaappauze te houden. Vrij hilarisch duwde hij ons schuifelend voor zich uit, de weg op naar Ljungby.
vrijdag 8 juli 2022
8 juli: slingeren door Småland
We nestelden ons aan het Vidöstern-meer met wat Carlsberg. Terwijl de verkenningsmissies naar de douches binnendruppelden - in blok 1 bleek de scheiding tussen de kabines mysterieus uit semi-doorschijnend glas te bestaan, in blok 2 had Pieter het voor elkaar gekregen de zekeringen te doen springen - kregen we op het strand topentertainment te zien. Dat werd verzorgd door een Duitse vrouw, haar Deense dog en Emilie (6), haar dochter, die onvermoeibaar takken in het meer begon te gooien. Omdat honden nu eenmaal achter vliegende stokken moeten lopen, en de vrouw buiten de leiband omzeggens geen controle had over haar kanjer van een huisdier, werd ze worp per worp en meter per meter richting het water getrokken. Een gigantische en hilarische plons leek onvermijdelijk. Dat dacht duidelijk ook Emilie, want toen haar moeder plots vroeg "Emilie, kommst du mit?" antwoordde die boos "Nein". Helaas moest ze toch inbinden. Morgen meer geluk? We hoopten het voor haar van harte.
(Stan)
donderdag 7 juli 2022
7 juli: een Zweed(s) meer
Norje - Toftåsa ● 61,1 km ● 298 m
Covid dus, en geen vertrek. Met lede ogen zag ik vanop mijn ziektebed aan hoe Pieter mijn minutieus voorbereid gpx-bestand overboord gooide en begon te navigeren op basis van de Poolster, de moskant van bomen en de smaak van de wind. Op andere momenten luisterde ik weemoedig glimlachend naar typisch eerste fietsdag-gezeur als "Wij komen alleen wandelaars tegen", "Die kasseien zijn precies omgeploegd" en "Op trappen kunnen wij niet fietsen".
Toch was ik vastbesloten om mijn vrienden achterna te reizen zodra mijn quarantaine achter de rug was. In afwachting boekte ik nieuwe treintickets. En bij Deutsche Bahn betekent dat maar één verschrikkelijk ding: bellen. Gelukkig beschikt de Bahn over Engelstalige telefoonlijnen, en bij het maken van de oorspronkelijke reserveringen was ik in waar Oxbridge-Engels geholpen door een absolute gentleman. Toen ik vergat mijn huisnummer te vermelden zei de man niet "Hallo, bloody Belgian, de K.L. Dierickxstraat telt 74 huizen exclusief appartementen, moeten die tickets misschien ruiken waar ze moeten zijn?" maar antwoordde hij met een volstrekt sarcasmeloze "And would your house happen to have a number, Mr Pannier?". Fast forward naar juli, en ik hing opnieuw aan de lijn voor een rit van Aken naar Kopenhagen. Deze keer was de toon en de telefonist enigszins anders: "Yeah, that's not gonna happen, that's for sure". Qua tact was er nog wat schaafwerk, maar wat betreft de waarheid vertellen hoefde je de man niets te leren: in Duitsland was geen fietsplek meer te krijgen.
Ik was mijn handdoek al naar de spreekwoordelijke ring aan het mikken, tot ik besloot nog een laatste keer met een open blik naar de spoorkaart van Europa te kijken. De eerste stap lag voor de hand: zoveel mogelijk Duitsland vermijden. Dat kon via Nederland, maar vanuit de Nederlandse grensstations waren er verbazend weinig verbindingen te vinden met Duitsland. Het leek bijna alsof de landen ooit ruzie gehad hebben. Uiteindelijk vond ik er toch één, in Enschede, dat het station van Münster aandeed. Van daar geraakte ik in Hamburg, zo verzekerden de Nederlandse spoorwegen mij aan de telefoon. De hoofdlijn Hamburg - Kopenhagen was daarna dus geen optie, maar vanuit de Duitse miljoenenstad vertrok wel een boemeltrein die me naar noordelijke grensstad Niebüll kon brengen. En aan de overkant van die grens, twintig kilometer verder, lag Tønder, de sleutel tot het Deense spoornet en de oplossing van al mijn problemen.
Het is niet erg als u zoals ik nog nooit van Tønder gehoord had, want de stad is heel klein. Als in: wie Tønder opzoekt, krijgt van Google de vraag of die niet toevallig Tinder nodig heeft. Het belangrijkste was dat Tønder een station had, en dat ik van daar in Kopenhagen zou geraken. Ik moest enkel op een automaat de code ZK3244 intypen, zo vertelde de mevrouw van de Deense spoorwegen me aan de telefoon, "Met de Z van zebra en de K van...". "Van København?", deed ik een suggestie, en de dame nam die lachend over. Achteraf gezien waren er natuurlijk een miljoen betere woorden om de letter K mee aan te duiden - zeker omdat het Engelse Copenhagen met een C niet zo heel erg verschilt van het Deense woord - maar dat bonding-moment met de Deense spoorwegen pakken ze mij niet meer af.
Op 6 juli viel de theorie wonderwel samen met de praktijk. Om 23u kwam ik aan in Niebüll. Ik zette mijn lichten in drama queen-stand, deed mijn fluovestje aan en begon aan mijn tocht door het donker. En eerlijk, beste lezer, aan die tocht heb ik geen enkel plezier beleefd. Het water kwam met bakken uit de hemel; de weg bestond uit twintig kilometer rechtdoor fietsen door een aardedonker en uitgestorven grensgebied. Het leek alsof ik de rand van een middeleeuwse kaart was binnengereden. Hic sunt dracones, daar ergens. Nooit heb ik mij zo alleen gevoeld op de fiets. De paar keer dat een auto uit de andere richting kwam, was het contrast van diens lichten met het duister werkelijk oogverblindend. Nee, jij bent in paniek in de berm gaan staan omdat je dacht dat er een vliegtuig aan het landen was. Maar goed, mijn horror-rit had mijn goedkope motelkamer in Tønder wel meteen opgewaardeerd tot Hilton-suite. Jammer dat ik er maar vijf uur kon blijven.
Toen ik om 5u30 in zompige kleren het station van Tønder binnenreed was dat geheel verlaten. Enfin, verlaten, ik stond op perron 1 en op perron 2 stond een hert. Maar zodra mijn gehoefde collega besefte dat hij geen geldig vervoersbewijs had voor de IC-trein naar Kopenhagen nam hij de benen, en was ik alleen. Ik vertelde het wachtwoord ZK3244 met de Z van zebra en de K van København aan de machine en die printte - oh, euforie - zoemend mijn tickets. Restte mij nog de taak om te ontdekken waar de trein zou toekomen. Want het station van Tønder mocht dan wel klein zijn, er waren nog altijd twee perrons. Een infoscherm was er niet, en noch de tickets, noch de website van de Deense spoorwegen vermeldde een spoor. Ik besloot gewoon te blijven staan, en die luiheid bleek de juiste keuze.
De conducteur van de Arriva-trein kwam langs om goedemorgen te zeggen tegen alle reizigers. Ik kaatste zijn groet terug en zei trots gedag met een vlotte 'Takk'. Pas toen ik later een croissant kocht en de kassierster mijn kronen in ontvangst nam met eenzelfde 'Takk' besefte ik dat ik de conducteurs 'Goedemorgen' als een volbloed sociopaat had beantwoord met 'Bedankt'. De rit naar de hoofdstad ging vlot, en na een passage over de Sontbrug bevond ik me in Zweden. Een conductrice liep de wagon in en zei een aantal Zweedse woorden waarin ik een licht vragende intonatie dacht te herkennen. 'No', zei ik voor de zekerheid. "Are you not a traveller?", vroeg het meisje lachend, en toen besefte ik dat ik haar 'Goedemiddag beste reizigers' als een volbloed sociopaat had beantwoord met 'Nee'.
We hielden halt in Ryd om een pizza te eten. Het stadje was het voorlopig noordelijkste punt van de reis, maar al snel bleek dat je nooit noordelijk genoeg kan zitten om veilig te zijn voor het Antwerpse dialect. Dat de man zelf een bikepacker was, en zelfs een Romereis had ondernomen, maakte veel goed. Met een volle buik reden we naar de ICA om provisie en pintjes in te slaan. Vlot passeerden onze producten de selfscan, tot we onze 3,5%-Carlsbergs probeerden in te scannen. Het licht ging uit in de winkel. Een spot werd op ons gericht. Een met lood verzwaard net viel uit het dak naar beneden. Oke, zo dramatisch was het niet, maar we moesten toch wachten op iemand van het personeel. Tien minuten lang. Naast de reguliere kassa, waar elke voorbijschuifelende klant naar ons keek alsof die voor het eerst een alcoholconsument in het wild zag. Uiteindelijk daagde iemand op - die ook effectief met de nodige papieren wilde controleren of er achter mijn bebaarde gezicht een persoon van achttien schuilging.
(Stan)
woensdag 6 juli 2022
6 juli: de aanslag met de slaapzak
In lijn met bijna alle eerdere nachten sliep Frederik weer bijzonder slecht, al was het - eveneens in lijn met alle eerdere nachten - Pieters gebrom dat het krieken van de dag aankondigde. Tussen dat gebrom door klonk ook wat gepiep en gekraak, een teken aan de wand dat Pieters longen het stilaan lieten afweten. Onze buurman met boomboxcaravan groette ons hartelijk, waarna we al snel het servicehus opzochten.
In de keuken/eetruimte trakteerden we onszelf op een naar omstandigheden rijkelijk ontbijt, met yoghurt voor iedereen en koffie voor de liefhebbers. Géén kwestie van verslaving hoor, ze hebben het alleen maar nodig.
Een vluchtige blik op het hoogteprofiel van de rit leerde ons dat we zouden beginnen met (zowaar!) een stevig stuk klimmen. Spullen werden daarom behoedzaam ingepakt, al werden ook enkele volstrekt overbodige kilo's even behoedzaam achtergelaten. Zonder opgewarmde benen beginnen met een klim was lastig, maar het was vooral de tegenwind die menigeen naar adem deed happen. Gisteren konden we volop profiteren van een sterke meewind, maar nu omhoog richting binnenland én tegen de wind in rijden viel behoorlijk tegen. Pieter testte even z'n VO2 max maar stelde empirisch vast dat die toch lager lag dan gewoonlijk. Na een klim volgt meestal een afdaling en hier konden we wat op adem komen. Voor Wannes was 60km/u niet snel genoeg en bijna reed hij de Voorzitter, ook al zat die al piepedood, richting eeuwige jachtvelden. Alsof dat nog niet genoeg was verloor hij ook nog zijn slaapzak die los overreden werd door Sam, gelukkig zonder erg.
Wijselijk besloten we even tot rust te komen en daar is geen betere plaats voor dan de lokale supermarkt. Donuts, haribo, bananen en twix als (tweede) ontbijt: de combinatie klonk voldoende wansmakelijk dat Tim zich beperkte tot kanelsnegl, een typisch scandinavische zoetigheid die het midden houdt tussen een boterkoek en een lachend kakske. Met heropgeladen batterijen trokken we opnieuw richting kust waar het de beurt was aan Sam in de Zweede duinbossen. "Dees is mijn terrein", zei hij, waarop hij prompt vertrok voor 30 km op kop. Een geweldig landschap, licht glooiend, onverharde paadjes: gravelboys Sam en Frederik leefden zich uit, de andere helft van het peloton klampte aan.
Een goed uur en een fotoshoot voor fietsen Steil later kwamen we aan te Åhus waar we ons middageten zouden verzamelen in de COOP. Normaal is het Pieter die op locaties als deze schrale mensen aantrekt om te socializen. Onze Voorzitter zag er inmiddels uit als de dood van Pie(te)rlala, met als gevolg dat deze lui zich tot Sam wendden. De aanblik van een saladbar en allemaal gezonde dingen zoals groenten en zo deden hen al snel afdruipen, waardoor we ons middagmaal in alle rust konden nuttigen onder een bij momenten verschroeiend zonnetje, op andere momenten een kille zeebries.
Bij het hervatten van onze rit gaf Pieter wijselijk aan dat hij het liever wat kalmer aan zou doen en op eigen tempo richting eindhalte zou rijden. Nauwelijks 100m ver blies zijn achterband echter z'n laatste adem uit - een verwoede poging om de groep samen te houden? Met vereende krachten en in sneltempo werd z'n band vervangen, waarna de rit alsnog samen werd vervolgd. Pieter kende een shortcut die ons enkele kilometers zou besparen, al wisten we niet dat die ons dwars door militair- en jacht domein zou leiden. Onze moed en dapperheid wonnen het van onze twijfel en we besloten er maar los door te fietsen. Eens terug op normaal terrein werd aangeknoopt met een stevig tempo, al konden we stilaan weer rekenen op rugwind. Het werd een spurtje tot in Solvesberg, onze eindhalte en tevens locatie voor het belangrijkste feit van de dag: Tim z'n examenresultaten. Een opgeluchte en geruststellende blik leerde ons al snel dat Tim geslaagd was, wat we vierden met de kleinste ijsjes van heel Zweden.
Om de reünie met Stan de dag nadien beter te timen, en anticiperend op het verwachte slechte weer die dag, werd besloten toch nog 12km verder te rijden tot in Norje. Frederik trok de kop en liet de rest een eindje verder achter, al maakte Wannes de aansluiting. Uit overmoed besloten zij de achtervolging in te zetten op een wielertoerist om in diens wiel te kruipen, maar amper 10 seconden later bleek dat al een barslecht en vooral lachwekkend idee.
In Norje vonden we als bij toeval de weg naar een meer met een mooie steiger en een soort springkasteel op het water - het ideale moment om te zwemmen. Pas een halfuur later hadden we door dat we los door een camping waren gereden en op een privéstrand(je) vertoefden. Frederik ging ons een plaats en prijs onderhandelen en kwam glunderend terug met toelating om op het mooiste stukje van heel het domein te staan. Zodra onze tentjes waren opgebouwd en we goed en wel geïnstalleerd waren, kwam de landlord ons echter terugfluiten en werden we alsnog verbannen naar een dor stuk gras tussen de andere kampeerders. Even balen maar er stond in ieder geval een pak minder wind.
Door het oponthoud had ons eten de tijd gekregen te ontdooien, had Pieter ontdekt hoe hij zich moest bevrijden uit de WC's en wisten we hoe die elektrische timers werkten in het servicehus. Uiteindelijk konden we genieten van een heerlijke portie gratin dauphinois met kotbullar en iets minder heerlijke erwtjes en mais uit blik. De avond werd afgesloten met de openingsmatch van het EK vrouwenvoetbal, een weggelopen peuter die graag mee voetbal kwam kijken en een laatste keer afstemmen met Stan over de Grote Reünie de dag nadien. Slaapwel!