Bij
het ochtendgloren werd er al gauw geen spaander heel gelaten van de idylle waar
we ons de dag voordien in gewaand hadden. Blijkbaar hadden we overnacht in een
voormalig nazihoofdkwartier, zo legde een oudere man ons met veel vuur uit,
weliswaar na eerst voorzichtig gepolst te hebben uit welk land we precies
kwamen. Op het domein waren tijdens de bezetting Messerschmidtpiloten opgeleid;
op de dwarsbalken van de hoevegebouwen had hij nazispreuken met een bijzonder
laag Bond-Zonder-Naamgehalte aangetroffen. Van de oorlog ging het over de Tour
naar onze reis, en na ons vijf paar kuiten goed bestudeerd te hebben besloot
hij dat Frederik de beste wielrenner in ons midden moest zijn, hetgeen wij
natuurlijk volmondig beaamden.
De
afdaling naar Frederikshavn zorgde voor gezoem in onze wielen en gegrom in onze
ontbijtloze magen. Aan het station was gelukkig een Rema 1000, waar de nodige
reserves werden ingeslagen voor de ruim twee uur durende treinrit naar Aarhus.
We bleken niet de enige topsporters aan het station, ook de Scandia United
Soccer Academy, helemaal overgevlogen uit Amerika, had een plaatsje gevonden op
het perron.
De
trein beschikte over kosteloos internet, wat ons in staat stelde nog eens
contact te maken met de rest van de wereld, en in ruil verspreidden we gratis
en voor niets een gezellige kampvuurgeur doorheen de hele coupé. Aarhus werd
tegen de middag bereikt, en na een stop bij Burger King – die niet echt gul
bleken met hun frietjes - trokken we naar ons hotel. Daar aangekomen was het
weerom tijd voor de Grote Hoteloplichttruc (Verlee et al., 2013), en door ons
strategisch te verspreiden in groepjes van één, twee en drie slaagden we erin
het receptiepersoneel vakkundig om de tuin te leiden en met vijf in onze
vierpersoonskamer binnen te raken.
Met
nog enkele uren over in onze dag maakten we een ritje naar de botanische tuin
van de stad, voorzien van vlinders en naar verluidt ook piranha’s, al durven we
daar onze hand niet voor in het vuur te steken – doch Flor de zijne wel voor in
het water. Buiten de serres keken we van over een muurtje nog even binnen in
Den Gamle By, het Deense broertje van Bokrijk. Binnen gingen we niet, het park
bleek immers barstensvol storende anachronismen te zitten: de herbergtafels
waren van plastic, de opdieners droegen een weinig traditioneel werkplunje en
vooral, de toegangsprijs bestond uit heel veel moderne geldstukken.
(sp)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten