Pagina's

dinsdag 11 juli 2017

Into the wild

Wat gestommel aan de andere kant van de dubbele deur, dat was het laatste wat we van Flor en Frederik vernamen, want toen we ons bed en matje goed en wel waren uitgerold bleek de tweede kamer volkomen leeg. Na een verkwikkende douche – het zou, wisten we toen nog niet, de laatste tot Flensburg zijn – en verse boterkoeken uit het winkelcentrum om de hoek propten we onze fietsen de lift in en reden we Aarhus onder lichte motregen uit.

Meteen buiten de stad loodste Route 5, die we voortaan zouden volgen, ons gelukkig meteen de kustbossen van Aarhus binnen, waar het loof ons behoedde van natte kleren. We hielden er ook even halt bij het fascinerende Marselisborg Dyrhavepark. “We are strangers in nature,” schreef de Amerikaanse schrijver-dichter Ralph Waldo Emerson in 1836, “We do not understand the notes of birds. The bear and tiger rend us; the fox and the deer run away from us.” Emerson was duidelijk nog niet in het Dyrhavepark geweest: na ons met onze fietsen door de dubbele poortjes gewurmd te hebben kwam er meteen een reetje op ons af gedarteld. Ook veel van haar kuddegenoten bleken allerminst mensenschuw te zijn en kwamen duchtig onze spullen besnuffelen. Toen de diertjes doorkregen dat we niet meteen geneigd waren onze kostbare proviand met hen te delen begonnen sommigen een hartverscheurend geluid uit te stoten, waarop Sam dan maar één van onze bananen opofferde. Even leek het daarop of we er een vierde reisgenoot bijhadden, maar uiteindelijk konden we onze viervoetervriend aan de juiste kant van de omheining achterlaten.


We vervolgden onze weg door het heuvelachtige bos en Sam spotte nog een reetje – een wild deze keer. Het bospad mondde uit in een gat in het bomendek, dat ons een feeëriek uitzicht op de zee gunde. Het Kattegat bleef de rest van de dag links van ons liggen en middageten deden we in het havenstadje Hov (of Hou, hangt ervan af in welk letterhumeur u bent). Na een korte verbroedering met Nederlandse trekkers, wachtend op hun ferry, bestegen we onze fietsen en reden we verder. De weg meanderde voor de rest van de middag door de Deense velden en ook de zon vervoegde zich bij ons gezelschap. We hielden een korte pauze in Søvind, waarna we snel op een prachtig bospad belandden dat vlak naast de Horsensfjord liep. Niet veel later bereikten we de stad zelf en zochten we in een Netto ons avondmaal bij elkaar. We lieten Horsens met zijn lawaai en uitlaatgassen weer snel achter ons en sloegen een kustpaadje in, op weg naar een slaapplaats voor die avond. Dat bleek een lastigere klus dan gedacht, en de locatie waar zowel de gps als de smartphone beweerden dat de shelter moest liggen bleek volstrekt leeg te zijn; we besloten dan maar nog wat langer Route 5 te volgen.

Net buiten Sejet daalden we een lang pad af richting zee en uiteindelijk zegen we neer op een grasperk dat uitkeek op de Horsensfjord. Stan trok naar één van de buren, die zijn auto stond te wassen, om te vragen of we iemand zouden storen met er te kamperen, en die verzekerde ons dat het geen kwaad kon voor één nacht (althans, dat besloten we dat de essentie was van het moeizame Engelse gesprek). Een nog dichtere buur was intussen ook in zijn tuin verschenen, in het gezelschap van Lassie, en Pieter knoopte een gesprek aan. Ook van hem kregen we groen licht, en dus konden we eindelijk beginnen onze pakjes spinazietortellini te bereiden. Na de maaltijd ging Sam op verkenning en vroeg aan twee chique hockeyende jongens in Tottenhamshirt of zij misschien van het bestaan van de shelter afwisten. Het tweetal had zelfs nog nooit van het bestaan van kamperen gehoord, en dus keerde Sam onverrichter zake terug naar het basiskamp. Pieter maakte nog een korte strandwandeling en trof daarbij dan toch de ongrijpbare kampeerplaats aan. Deze was echter reeds bezet, dus werd het definitief een klassieke tentovernachting in het wild.

Ondertussen was ons het nieuws ter ore gekomen dat Flor niet tijdig door Duitsland was geleid door Deutsche Bahn en de nacht moest doorbrengen in een kapel in Welckenraedt. Bijzonder tragisch natuurlijk, maar ook wel heel grappig - maak u geen zorgen, waarde lezer, we zouden voor ons gelach spoedig onze karmastraf uitzitten. Onder een mooie zonsondergang besloten we, voorbeeldige trekkers als we zijn, onze tenten zo ver mogelijk van het nabijgelegen huis op te zetten om de bewoner en zijn mooie hond niet te storen met ons lawaai, waarop we vier uur lang wakker lagen door de Bolero en andere stampers die de frisse nachtlucht ingestuurd werden door de subwoofers van het huis in kwestie.


(sp)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten