Nordheim - Truckendorf ● 114,54 km - 1.173 m
Voor de tweede dag op rij namen we ’s ochtends afscheid van
Frederik. Dit keer ging hij met de auto naar Bastoy de Bastille Bastei.
Waar de eerste twee gevangenissen zijn, zorgde dat laatste er juist voor dat Frederik
kon ontsnappen aan nog een dag fietsdwangarbeid.
De anderen gingen onversaagd op weg en ondanks het gebrek
aan broodkruimels raakten we veilig en snel uit het bos op de hoofdweg. De wereld
hulde zich in nevelen en zo vroeg op de ochtend was het aan de frisse kant,
zeker omdat we aan 60 km/u naar beneden knalden. Na al het klimwerk gisteren,
was Jans ketting niet meer gewend op zijn grootste plateau te mogen ronddraaien
en in die existentiële crisis bleef hij tussen de twee tandwielen kamperen. Een
korte stop en wat zwarte vingers later mochten we weer op weg.
De volgende 50 kilometer gingen vrij vlot. Een beetje
omhoog, een beetje omlaag, maar niets waarvoor de auteur van onze fietsgids ons
waarschuwde. Nu ja, niet dat hij anders wel communiceert over de moeilijkere
momenten in de route, maar dit keer was het ook echt goed te doen. Het
zonnetje scheen intussen volop en de drankreserves raakten stilaan uitgeput.
Ook de honger begon op te komen en het gebrek aan grenswinkels
noopte ons tot een kleine détour naar Bad Königshofen. Zo vlot we er geraakt
waren, zo moe ploften we neer op het terras van een bakkerij-cafetaria. Colaatjes
en koffiekoeken verhielpen de suikerdip om herboren aan de lunch te kunnen
beginnen.
Zoals wel vaker, was ook nu de lunch een meergangenmenu. Stilaan
een degout van de zoveelste mayonaisepasta of kaasstokbroden, bezochten Jan en
ik de vegetarische foodtruck. Om één of andere rare reden had de uitbaatster
snel door dat we geen echte Duitsers waren, waarna we wel moesten bekennen dat
we von Belgien afkomstig waren. De schrik sloeg haar om het hart, want we
hadden net een portie frietjes besteld en waren wij niet de grootste frietjeskenners
ter wereld? De schrik was echter totaal onterecht, want niet alleen de frieten
(met schil) waren heerlijk; ook de zelfgemaakte sauzen en burgers waren van een
andere planeet.
Overtuigd door ons instemmend gesmak, ging Gert-Jan ook eens
onderhandelen met deze vriendelijke dame. Hetgeen hij wilde koste ongeveer het
dubbele, maar zijn “Ich habe nur 7 euro”-Duits, kamerbrede glimlach en onschuldige
puppyoogjes volstonden om te krijgen wat zijn maagje beliefde.
De pauze duurde intussen al een uurtje, dus was het tijd om
terug te vertrekken, ware het niet dat er nog enkele sanitaire verplichtingen
waren. Er vormde zich een heuse rij voor het toilet, maar gelukkig waren wij
zowat de enige aanschuivers.
We trokken verder richting Hellingen en omdat we schrik hadden
dat deze naam een voorteken was, hertekenden we onze route. We sneden 15 km en
ongetwijfeld minstens 500 hoogtemeter uit Michaels foltering en beslisten rechtstreeks
koers naar Heldburg te zetten. Naar Heldburg dus, Jan. Zeker stoppen in
Heldburg! Niet vergeten eh. Hoe meer zijn kilometerteller steeg in de afdaling ernaartoe,
des te beperkter werden echter zijn navigatieskills. Los voorbij de afslag, of
wat had je gedacht…
Niemand had zin om hem achterna te gaan in de diepte, dus vatten we post aan het bord in het idee dat hij wel zou terugkeren. Tien minuutjes later kwam hij puffend de klim terug op en konden we samen ons ijsje gaan eten.
Bij dat ijsje hoorde volgens jonkies Gert-Jan en Tim een caprisun.
Stan dacht dat hij ook nog bij de jeugd hoorde, maar dat dit met zijn 27 lentes
niet langer het geval is werd pijnlijk duidelijk toen hij heel onhandig zijn caprisun
volledig perforeerde in plaats van het rietje in de vloeistof te brengen. Oud
zijn is op zich niet erg hoor Stan… ik kan het weten.
Ook na Heldburg sneden we een stuk af van de route in het boekje, dit om onze kansen gaaf te houden om binnen enkele dagen daadwerkelijk Tsjechië te bereiken. Voor we het wisten stonden we dus aan de supermarkt in Bad Rodach, de laatste die we die dag zouden tegenkomen. Frederik werd intussen verwittigd dat we ons een uurtje later in de buurt van Rottenbach zouden bevinden, want net als gisteren was zijn afscheid maar tijdelijk. Een meer dan copieus avondmaal werd ingeslagen om de terugkomst van de opnieuw verloren zoon te vieren.
We hadden nochtans beter moeten weten. Net zoals gisteren,
waren we na ons supermarktbezoek nog niet op onze eindbestemming en net als
gisteren lag onze eindbestemming nog wel een heel aantal hoogtemeters verder.
De extra kilo’s werden omhoog getrokken, geduwd, gesleept, gestampt en gesleurd.
Dat het stijgen niet geleidelijk gebeurde, maar in vieze
snokjes, zorgde ervoor dat we vrij snel uitgeput raakten. In Truckendorf, een
dorpje met een 70-tal inwoners, ploften we meer dan uitgeput neer op het plaatselijke
speelpleintje.
Vastberaden dit dorp niet meer te verlaten, of althans niet diezelfde dag, ging ik op zoek naar de toestemming dit speelpleintje voor één nacht om te dopen tot onze camping. Het dorp bleek een zelfverklaarde baas te hebben en Franz gaf ons niet enkel zijn zegen, maar ook de sleutels van het voormalige dorpsschooltje. Stopcontacten, stromend water, proper sanitair: een heuse vijfsterrencamping. De zwaluwen waren iets minder blij met deze Belgische invasie, en uitten hun onvrede met een dikke kaka op Tims hand. Het stromend water kwam direct van pas.
We hadden amper uitgepakt en onze feestdis uitgespreid, of daar stonden Franz en zijn wederhelft Brigitte al met halve liters bier voor iedereen. Het feest was in volle gang toen ook daar ook plots Frederik ten tonele verscheen. Dat zijn terugkeer zolang geduurd had, was te wijten aan een kleine vergissing. Beelden zeggen soms meer dan woorden, dus bij deze:
Het werd een memorabele avond, waarin Franz vertelde over de tijd toen gordijnen nog vervaardigd werden uit ijzer en sterk genoeg waren om families te scheiden. Na die Wende had hij een job bemachtigd bij Kaeser die net als Frederiks werkgever compressoren maakte.
Deze overeenkomst schepte een band, en met wat plaagstoten,
cadeau’s en compressorenlucht werd deze verder opgepompt. En zo verwerd Truckendorf,
het Bénéstroff* van Duitsland, tot één van de meest memorabele haltes op onze route.
(Pieter)
*https://fietsenisfietsen.blogspot.com/2020/07/toeristen-in-benestroff.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten