Hornburg - Walkenried ● 79,83 km - 1.165 m
Zelf had ik de voorbije nacht geslapen als een roosje, maar mijn reisgenoten waren iets prikkelbaarder. Blijkbaar was de mascotte van TU Braunschweig een soort Loreley die met een verschrikkelijke lach de mannen in het water lokte en dit liefst van al midden in de nacht. Ons grote geluk was dat we nog moe waren van het fietsen en dus onvoldoende energie hadden haar te vergezellen in het zwembad, maar slapen was ondanks oordoppen niet vanzelfsprekend. Slaap is nochtans een belangrijk deel van ons fiets-klavertje vier en zeker met hetgeen in het vooruitzicht lag.
De voorbije dagen was de route eerder vlak geweest met af en
toe een klein puistje maar het dagelijkse aantal hoogtemeters viel heel goed
mee. Waar we tot nu eerder flatliners waren, leek het hoogteprofiel van hetgeen
moest komen meer op het elektrocardiogram van een patiënt met tachycardie.
Klimmen, dalen, opnieuw klimmen en liefst vrij steil.
We probeerden deze gruwel wat langer tegen te houden en
namen ruimschoots de tijd om onze fietsen op en de Braunschweigers af te
tuigen. De korte nacht eiste nog een extra slachtoffer. Onoplettendheid of pure
vermoeidheid: Stans smartphone verliet zijn hand en gaf zich over aan de
zwaartekracht. Net als het idee van slaap de voorbije nacht, ging ook het
gsm-scherm helaas aan diggelen.
Intussen was het zwembad alweer open en de chef wuifde ons
met een meer dan lichtjes ironisch klinkend “haben sie etwas können schlafen?”
uit. Omdat na onze “Ein bischen” ons Duits weer op was voor een dag, vertrokken
we dan toch richting Ilsenburg.
Echt ver waren we nog niet toen onze gps ons linksaf wilde
sturen. Enig probleem, een weg was niet te zien. Onverrichter zake wilden we
omkeren, tot de jonge ogen van Tim dan toch een aanzet van een pad opmerkten.
Het pad was erg smal, voorzien van de nodige boomwortels, rotsblokken en
overhangende takken die al in jaren geen machete gezien hadden. Ook wij hadden
dergelijke wapens niet bij, dus moesten we ons op handen en voeten een weg
banen door dit oerwoud. Ok, die handen en voeten was enkel Jan na een kleine
val, maar ook de anderen moesten fietsen toch even afwisselen met stappen. Het smalle
brugje dat we moesten oversteken twijfelde even om in te storten, maar die
existentiële crisis werd bezworen en even later bereikten we heelhuids de
hoofdweg. Onze excursie was niet noodzakelijk aangezien dit dezelfde hoofdweg
was die we even daarvoor verlaten hadden, maar we hadden ons dan toch even
Indiana Jones gewaand.
Deze uitspatting die niet vermeld werd in onze reisgids deed ons eens te meer vermoeden dat de auteur van onze reisgids - een deftig geklede man van een jaar of 70 - deze route uit zijn duim en niet uit zijn fietservaring had gezogen. Het zou echter niet de laatste verrassing van de dag blijken.
We kwamen aan in Ilsenburg, een uitvalsbasis voor wandelaars die het Harzgebergte wilden verkennen en die geld genoeg hadden om zich nadien onder te dompelen in de jacuzzi van een wellnesshotel. Met onze tentjes vielen we lichtjes uit de toon in dit mondaine stadje, dus begonnen we onze weg uit dit stadje... bergop of wat had u gedacht. De eerste kilometers verliepen vrij rustig, met een constante hellingsgraad van 6-7%. Naarmate we omhoog reden, steeg echter ook de hellingsgraad naar 9-10% met toch geregeld een bochtje van 14%. Met een koersfiets op een prachtig geasfalteerde alpencol is dit al geen sinecure, maar met beladen trekkingfietsen over gravelbaantjes was het bijna onmogelijk. Bijna onmogelijk lukt echter ook met een aantal tactische fotomomenten onderweg (eufemisme voor volledig kapot zitten en even rusten).
Beleefd als we waren, vroegen we aan de serveuse of we deze
mochten gebruiken, waarop zij ons antwoordde met “ungerne”. Ons Duits was
intussen goed genoeg om te weten dat dit “wees welkom lieve Belgische
toeristen, doe gerust” betekent, dus genoten we van het eten dat we intussen al
meer dan 500 hoogtemeters meesleepten.
Volledig gesloopt kwamen we uit de bosschaduw, maar als beloning voor onze voortdurende struggle, kregen we wel een prachtige afdaling voor onze wielen. Lekkere asfalt zonder vieze bochten, wat de kilometerteller richting 70 km/u en de blikjes op mijn bagagerek richting hetzelfde aantal decibel bracht.
(Pieter)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten