Pagina's

dinsdag 3 juli 2018

Dinsdag 3 juli

De ochtendstond had geen ontbijt in de mond, dus keerden we terug naar de Lidl voor een parkingmaaltijd om ons klaar te stomen voor een nieuwe dag op de fiets. Dag drie ondertussen, de gevreesde derde dag waarop de spieren doorgaans gevaarlijk lage pH-waarden beginnen aan te nemen en de knieën stilaan toch eens willen weten hoe lang deze gekheid nog gaat duren. Het zou gelukkig, alle relativiteit in acht genomen, een rustdag worden. We hadden immers onze zinnen gezet op de douches van de camping in Lunéville, een dikke negentig kilometer zuidelijker.

Buiten Courcelles wachtten tientallen kilometers door een vredig glooiend graanlandschap. Stenen littekens van de Groote Oorlog bij elke samenscholing van huizen, dat wel, de nabijheid van Verdun twintig kilometer westelijker liet zich gelden. Voor onze wielen flitste een haas voorbij, niet veel later een stevige vos. Ons middagmaal in Chateau-Salins was er opnieuw een van de Lidl. De berg net buiten het stadje was dat allerminst, en met enige moeite sleepten we er onze volle magen overheen.



Het landschap bedaarde daarna wat, de zon compenseerde door zich fel op te winden. Het eindeloze graan naast ons leek een vuurzee, het asfalt voor ons een pas gestolde beek lava. Tegen vier uur bereikten we de camping van Lunéville, dunbevolkt, zodat we zelf een plekje mochten uitkiezen. Pieter had ons de hele dag warm gemaakt voor een festival dat tijdens de zomer plaats zou vinden in de stad, maar toen Sam daar naar vroeg bij de campinguitbaatster viel die volkomen uit de lucht. “Une fête? Ici?”. Met een adapter voor de elektriciteitsvoorzieningen kon ze ons wel helpen, en er werd hem op het hart gedrukt die zeker bij vertrek terug te geven.

Sam en Stan fietsten naar de Leclerc om een avondmaal bij elkaar te zoeken. Even was er paniek wanneer bananen en noten blijkbaar in de winkel zelf gewogen moesten worden, en Stan na een mild berispende blik van de kassierster in allerijl terug de acht hectare grote supermarkt moest insprinten om de benodigde stickers te verzamelen. Een oude man maakte van de verwarring gebruik om met zijn kar Sam centimeter per centimeter de kassalaan uit te drijven, maar voor hij daarin slaagde wurmde Stan zich terug de rij in.

Op een picknickbankje voor de sanitaire blok bereidden we heerlijke ravioli met tomatensaus. Van de tijd die het kostte om het water aan de kook te brengen maakten we dankbaar gebruik om na drie dagen nog eens onszelf en onze kleren te wassen, Pieter deed dat gewoon tegelijk. Zoals het een zichzelf respecterende kampeerder betaamt fabriceerde Stan een waslijn, die onder het gewicht van een sok instortte. Bij het ondergaan van de zon trokken we naar het centrum van Lunéville. In Brasserie du Château, niet geheel toevallig aan de overkant van het Château de Lunéville, een protserig mini-Versailles uit 1702, keken we bij wat pintjes toe hoe de Engelsen het ervan af brachten tegen Colombia.

Omstreeks de rust vulde een doordringende verbrande geur het café. De stamgasten deden alsof het nooit anders was geweest, dus dat deden wij ook maar. De leider van een groepje andere toeristen dat arriveerde was minder subtiel: “Mais qui a fait du BBQ ici?” riep hij voor de hele bar. Speciaal voor de nieuwelingen werd niettemin een tweede, Barney Stinson-achtige flatscreen aangesleept ter grootte van een muur. Het beeld op het gevaarte viel echter om de zoveel seconden weg, waardoor we vanaf dan bovenop een voetbalmatch ook de tennismatch tussen de oorspronkelijke tv en de flatscreen volgden. “Football’s coming home” brulden honderden Engelse kelen achteraf, en ook wij kwamen niet veel later thuis, in onze huizen van zeildoek.

(Stan)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten