De wekker had z’n eertijdse
strengheid hervonden, en voor dag en dauw stoven we ons hostel uit richting het
station van Nîmes, doorheen een volstrekt lege stad. De ochtendlijke stationshal werd
opgefleurd door een vrouw die een Amélie Poulaindeuntje speelde op de
openbare piano. In een hoekje stond een verhalenmachine, die al naargelang je
gehaastheid een verhaal afdrukte van één, drie of vijf minuten leestijd.
Onze trein stond
niet op het aankondigingsbord, en even bekroop ons het akelige gevoel dat er misschien
twee stations waren in Nîmes. Dat bleek niet zo te zijn, maar de alternatieve
verklaring bleek weinig rooskleuriger: er werd gestaakt op de spoorlijn, en met
een beduimeld, snel neergekrabbeld briefje werd ons betrekkelijk eenvoudige
reisschema herschapen tot een festijn aan overstappen.
Van Nîmes ging het
eerst naar Avignon, en van daar naar Lyon. Net voor alle winkels hun deuren
gingen sluiten wisten we nog enkele panini’s te bemachtigen. Terwijl we ze opaten
in een bushokje passeerde de eerste blauwgeschminkte Fransman met boxen die “Allez
les bleus” door de straat lieten galmen. De officiële Franse feestdag hadden we
gisteren dan wel gehad, met Frankrijk-Kroatië in het verschiet kon vandaag
mogelijk de officieuze worden.
In de stationshal
hoorden we opnieuw iemand citeren uit het Grote Stationspiano-song book, Yiruma met ‘River
flows in you’ deze keer. We kropen op de trein naar Clermont, die ons in twee
uur drie kilometer noordelijker zou brengen dan Lyon lag. In Clermont konden we eindelijk op de tgv naar Parijs stappen. Pieter had er zijn mond nauwelijks geopend, of die werd al
gesnoerd door een dame met een giftige ssst.
Op de radio hoorden
we de Fransen gehakt maken van Kroatië, de conducteur paradeerde daarop met de nodige Franse
versieringen door de wagon, om even later op de intercom doodleuk te melden dat
we even moesten stoppen wegens een incendie.
Dat mocht de pret niet drukken: elke omroep werd voorafgegaan met “Bonjour, c’est
votre conducteur favori ici”, en bij het uitstappen schalde Gloria Gaynors ‘I
will survive’ door alle rijtuigen.
“On va prendre un
bain de fou” zeggen Fransen op het platteland die naar de stad gaan, maar geen
uitdrukking ter wereld had ons kunnen voorbereiden op de gekheid die we in
Parijs aantroffen. Overal mensen, overal muziek, auto’s met vlaggen,
auto’s met passagiers op het dak, en getoeter, altijd en overal getoeter. Een
klein meisje gooide zich in het feestgedruis bijna voor onze wielen, maar
uiteindelijk overleefde zij en ook wij de tien kilometer zuivere anarchie naar ons hotel.
Na een verkwikkende McDonalds-maaltijd zochten we de veilige muren van onze
kamer op en dommelden we in, dromend over een weerom prachtige reis.
(Stan)
(Stan)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten