Nog steeds met angstzweet op de rug werden we de dag nadien wakker in onze goedkope hotelkamer. Onze fietsen stonden strategisch verstopt op verschillende plaatsen in de bewaakte parkeergarage, maar net zoals de dag voordien moesten we ook nu weer de alziende Big Brothercamera trotseren. Als echte paracommando's slopen we voorbij het duivelse oog en veilig bereikten we door de elektrisch bediende h(ot)ellepoort de Weense buitenwereld.
Ook in Oostenrijk vonden we nog een Penny market en om de traditie in ere te houden werd ons ontbijt op de naburige trappen genuttigd. Om Thomas zijn darmwerking te bespoedigen werd een supergrote appelsien gekocht, die helaas voor hem een zeer zure pompelmoes bleek.
Tot twee maal toe werd ons dejeuner sur l'escalier verstoord door een fan die alles wilde weten over onze exploten. Voorts had hij geen kwaad in de zin en hij wenste ons een behouden thuiskomst toe. We wensten hem hetzelfde toe en trokken Wenen in. First stop: Prater park, een stadspretpark waar de hoogste carrousel ter wereld te vinden was. Stan offerde zichzelf op om bij de fietsen en bagage te blijven zodat de rest Wenen van hoog in de lucht kon zien.
We trokken verder richting het stadion van Austria Wien, maar helaas konden we enkel vanachter tralies kijken hoe het grasveld erbijlag. Dit was echter buiten diehardvoetbalfan Thijs gerekend want als een ervaren inbreker vond hij een loophole in het beveiligingssysteem. Met gevaar voor eigen leven klom hij over enkele obstakels om de voetbaltempel van binnenuit te kunnen bewonderen.
Het was stilaan tijd om richting het echte centrum te trekken en er de meer conventionele trekpleisters te bezoeken. Het Hundertwasserhaus bleek een erg mooi huis, maar het toeristische paradijs dat zich errond gevormd had was vooral misselijkmakende geldklopperij. En dan te zeggen dat er echt wel mensen in dat circus woonden...
We trokken verder richting jeugdherberg en ook hier vond Thomas het nodig alleen op stap te gaan. Het graf van Mozart dat slechts een luttele 5 km buiten de normale route lag, vond hij zodanig de moeite waard dat hij per se moest gaan zien. Groot was zijn verbazing toen het graf ook enkel een grafsteen was en er geen zombiemozart was om bijpassende muziek te spelen.
De anderen genoten intussen van het zonnetje, wat koekjes en een colaatje. Thomas racete intussen verder naar schloss Schonbrünn, waar hij de flitsende Jappencamera's vergezelde om zo levensnoodzakelijke herinneringen op te slaan. Wij skipten ook dat kasteel voor sissies en gingen naar de jeugdherberg.
Onze alternatieve Wenen-toer had tot dan het historische centrum volledig uit de weg gegaan en hoewel sommigen liever op hun bed waren blijven liggen, werd toch beslist om nog eens het stad in te gaan. Het mooie kunstmuseum bleek gesloten - sorry, Stan - en het centrum zelf was vooral vrij protserig en niet superfietsvriendelijk. Gelukkig was Thomas intussen weer bij ons en kon hij overal voorrang afdwingen.
Het enthousiaste getoeter van de uitgelaten Wenenaars namen we er met plezier en toch vooral schaamte bij.
We aten een ijsje bij de Italiaanse broers Zanoni en Zanoni en kookten geheel in die lijn spaghetti in onze jeugdherberg. Het laatste avondmaal voor onze terugreis...
De avond werd afgesloten met veel te duur bier en een spelletje poolbiljart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten